De viering van Jos Langohr vind plaats op het jaarlijkse banket van de Antwerpse Liberale Jonge Wacht op 3 februari 1912. De vijfendertigjarige diamantbewerker is op dat moment – en sinds 1907 – algemeen voorzitter van de Antwerpse Liberale Jonge Wacht. De verkiezing van Langohr is voor de vereniging een hele eer, hij is namelijk het eerste lid van de Jonge Wacht die het tot gemeenteraadslid schopt. Maar er zijn ook andere redenen om te vieren: door zijn afkomst, parcours en overtuiging heeft Langohr het imago van ijverige, werklustige jongeman, ‘aanklever der Democratie en hare onuitstelbare hervormingen’, die zich ‘door vakkennis, vernuft en zelfonderricht’ uit ‘de werkende klas’ opgewerkt heeft, zo vermeldt de huldetekst. Zijn ‘makkers’ van de Jonge Wacht omschrijven hem als een ‘warmen en hardnekkigen voorstander van onder andere’ verplicht onderwijs, zuiver algemeen stemrecht, een rechtmatige evenredige vertegenwoordiging en de verbetering van arbeiderspensioenen en verwachten dan ook dat hij als gemeenteraadslid de belangen van de arbeidersklasse ‘beter dan wie ook [zal] beseffen en ter harte nemen’. De Jonge Wacht verheugt zich ook over de grotere aandacht van de Antwerpse liberalen voor de arbeidersbeweging. Langohr krijgt de huldetekst overhandigd in een door Fons Vandervelde geïllustreerd huldeboek.1