Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.

Deprecated: Function strftime() is deprecated in /data/sites/web/webdoosio/subsites/klanten.webdoos.io/liberas/views/magazineartikel.php on line 13
Voorgesteld

Omer Vanaudenhove, ondernemer in de politiek

Omer Vanaudenhove staat bekend als politicus-ondernemer. Hij combineerde een carrière als toppoliticus met het runnen van de familiale schoenbedrijven. Maar hoe verliep zijn weg daar naartoe? En beïnvloedde de zakenman de politicus, of omgekeerd?

Sébastien Baudart
22 May 2023

Advertentie voor de ‘welgekenden schoenwinkel F. Van Audenhove’ in het weekblad Vrij Diest van 22 juni 1946.

Van nijveraar tot burgemeester van Diest

Op de tweede plaats van de liberale lijst staat hij: Omer Vanaudenhove, nieuw in de actieve politiek. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 24 november 1946 hebben de Diestse liberalen vers bloed gezocht bij de voorzitter van de Liberale Jonge Wacht. ‘Nijveraar’, staat er onder zijn naam bij de voorstelling van de lijst in het ‘vrijzinnig weekblad’ Vrij Diest1, verwijzend naar zijn activiteiten binnen de familiale schoenbusiness, die in de Brabantse provinciestad een zekere bekendheid geniet. Ook zijn verzetsactiviteiten en zijn daaropvolgende gevangenschap verlenen Vanaudenhove in het naoorlogse Diest een bijzondere status. Het is niet helemaal zijn verkiezingsdebuut: bij de parlementsverkiezingen van februari 1946 stond hij al op de derde plaats (en als tweede opvolger) op de Kamerlijst in het arrondissement Leuven. Hij raakte toen niet verkozen, maar haalde binnen het kanton Diest wel 606 voorkeurstemmen. Deze gemeenteraadsverkiezingen zijn wél een succes voor Vanaudenhove, die met 424 voorkeurstemmen2 de populairste liberaal blijkt en een van de drie liberale verkozenen is. Al snel draagt de nieuw gevormde liberaal-socialistische coalitie hem voor als burgemeester. ‘Dat gaat niet, ik heb mijn bedrijf’3, zou hij nog gezegd hebben, maar toch zet hij de stap. In januari 1947 benoemt prins-regent Karel de drieëndertigjarige Omer Vanaudenhove als burgemeester van Diest. Het begin van zijn ‘dubbel leven’4 als zakenman en politicus.

De jonge Omer Vanaudenhove (links) met zijn moeder en broer Marcel voor hun schoenwinkel in de Ketelstraat in Diest.

Opgroeien in een schoenenfamilie

Terug naar 3 december 1913, wanneer Omer wordt geboren als tweede zoon van François (Frans) Vanaudenhove en Delphina Janssens, die samen een kleine schoenwinkel uitbaten in de Ketelstraat in Diest. Grote broer Marcel is dan anderhalf jaar oud. Met jonge broer Albert breidt het gezin uit in september 1915. Beide grootvaders van Omer zijn schoenmaker en stellen personeel tewerk: Karel Vanaudenhove in Diest, Frans Janssens in Scherpenheuvel.

Het jonge gezin Vanaudenhove woont in het kleine winkelpand van 50 m2 en roeit met de beschikbare riemen: ‘wij hadden geen stromend water, dus geen toilet of badkamer en wij haalden water in kruiken en emmers bij de openbare pomp; de enige verwarming was de kachel, waarop mijn moeder waste en kookte; de winkel was zeven dagen op zeven open; mijn ouders hadden geen enkele dag vrij en wij, de kinderen, sleten onze tijd op straat’5, vertelt Marcel in 1979. Ondanks de sobere levensstijl van het gezin behoren de Vanaudenhoves als middenstanders sociaal gezien tot de kleine burgerij van Diest.

Omer Vanaudenhove tijdens zijn schooltijd, detail uit een klasfoto.

Van schoenwinkel tot groothandel

Vader Vanaudenhove koopt in 1919 een grotere woning in de Koning Albertstraat, waarin de familie in 1927 een grotere schoenwinkel vestigt. Zowel Omer als Albert helpen regelmatig in de zaak, en staan ook vaak met de fiets in voor het transport van beschadigde schoenen naar hun grootvader-schoenmaker in Scherpenheuvel. In deze periode bouwt vader Vanaudenhove naast de kleinhandel ook een activiteit als schoengroothandel uit voor de bevoorrading van collega-winkeliers. Ondertussen gaat Omer naar de Staatsmiddelbare Jongensschool Diest (1926-1929) en het Koninklijk Atheneum Diest (1929-1932), waar hij de handelsafdeling volgt. Al tijdens zijn studies en de daaropvolgende legerdienst draait hij mee in de groothandelsactiviteiten, en zet hij in op uitbreiding.

Logo van Central Shoe, zoals het gedeponeerd werd bij de Handelsrechtbank van Leuven in 1938. Uit de memoires van Albert Vanaudenhove, De la Ketelstraat au groupe Euro Shoe Unie un siècle d'activité dans les "godasses" de la famille Vanaudenhove, p. 14.

De grote groei van de zaak zorgt voor spanningen tussen de ambitieuze Omer en zijn door de gang van zaken overrompelde vader. F. Vanaudenhove en Zoon krijgt als merknaam Central Shoe. In april 1937 koopt Omer een veel groter pand in de Begijnenstraat met onder andere een uitgebreide opslagcapaciteit. Hij neemt de leiding, voor praktische zaken vooral geholpen door zijn moeder, terwijl zijn vader ondersteunt voor administratieve en financiële kwesties. Na het afstuderen van Albert als chemicus in juni 1938 vraagt Omer hem mee in de zaak. Hetzelfde jaar breiden de broers uit door de aankoop van een heel huizenblok in de Begijnenstraat en kiezen ze resoluut voor de groothandel. Omer en Albert bezoeken samen of apart hun klanten, die vooral in Limburg gevestigd zijn, maar bijvoorbeeld ook in Brabant en Antwerpen. ‘Wij bleken goede verkopers te zijn en behaalden schitterende resultaten’6, schrijft Albert later.

Omer Vanaudenhove houdt kort na de Bevrijding een toespraak bij het monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog in Diest, 1945.

En de politiek dan?

Omer Vanaudenhove krijgt in het verzuilde Diest het liberalisme met de paplepel mee en is ‘zowel van vaderszijde als van moederszijde […] inderdaad zo blauw als het maar kan zijn’7. Al in de vroege jaren 1930 is Omer, net als Albert, actief binnen de plaatselijke Liberale Jonge Wacht. Hij laat ook regelmatig van zich horen tijdens politieke voordrachten in Diest en omgeving. In 1938 schopt hij het binnen de onder zijn leiding heropgerichte Diestse Liberale Jonge Wacht tot voorzitter. Naast een goede verkoper blijkt hij ook een goede redenaar: in mei 1939 wint hij in Luik op het jaarlijkse congres van de Nationale Federatie van Liberale Jonge Wachten ‘den eersten prijs van welsprekendheid’8. Het wordt een van zijn sterke punten tijdens zijn politieke carrière: ‘welsprekend als een waterval’9 en met zijn ervaring als verkoper kan hij mensen – van kleine gezelschappen tot grote zalen – overtuigen van zijn zaak, met een taal en woordgebruik op niveau van het grote publiek. Bij zijn huldiging als burgemeester op 30 januari 1947 schrijft een redacteur van Vrij Diest: ‘nooit te voren heb ik iemand gehoord die zijn publiek in een zoo hoogen graad van meeleven kan brengen.’10 ‘Hij kon op congressen de massa opzwepen zonder één blad papier in de hand’, schrijft dochter Suzanne in 1996: ‘Zijn toespraken werden zelden of nooit door een kabinetsmedewerker of ambtenaar voorbereid. Hij maakte ze zelf: thuis en in zijn hoofd.’11 In 1969  ziet de krant Le Soir de grote kracht van Vanaudenhove in zijn contact met zijn toehoorders én in zijn manier om de zaken op een eenvoudige manier uit te leggen. Het compenseert voor een stuk zijn gebrek aan intellectuele vorming: over het hoe en waarom lopen de getuigenissen12 van de Vanaudenhoves niet gelijk, maar Omer stopt met studeren na zijn hoger middelbaar en belandt in tegenstelling tot zijn broers nooit op de universiteit.

Brief van Omer Vanaudenhove aan zijn familie vanuit concentratiekamp Vught (Nederland), 1944, waarin hij onder andere zijn broer Albert feliciteert ‘om de zaken enigszins aan ’t rollen te houden’.

Oorlog...

1939: de zaken lopen goed, maar de oorlogsdreiging steekt stokken in de wielen. Reserveofficier Omer wordt in september gemobiliseerd, maar hij kan bijna elk weekend naar huis en zet zo samen met Albert13 het schoenbedrijf voort. Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit en neemt Omer als onderluitenant deel aan de achttiendaagse veldtocht. Na de Belgische capitulatie op 28 mei hernemen de broers hun activiteiten. De oorlogssituatie creëert een nieuwe situatie: het is veel moeilijker om aan schoenen te geraken, maar Omer en Albert weten zich te redden. Klanten staan in de lokalen aan de Begijnenstraat in de rij om hun koopwaar op te halen. Schoenen worden gerantsoeneerd, een zwarte markt ontstaat en biedt extra mogelijkheden.14 De broers denken ook aan diversifiëren en kopen in januari 1941 een baby- en kinderschoenenfabriek, die ze overbrengen naar Diest. Als gevolg van zijn verzetsactiviteiten wordt Omer in januari 1944 door de Duitsers gearresteerd. Ondertussen neemt Albert de leiding op zich en maakt hij plannen voor de bouw van een nieuwe fabriek. Omer komt pas in juni 1945 terug in Diest, na een verblijf in verschillende gevangenissen en concentratiekampen. Toch stort hij zich vrij snel weer op de zaak.

‘La population Diestoise lui réservait un accueil triomphale [sic]. On sentait tout de suite que politiquement il allait jouer un rôle important dans notre ville. Au point de vue affaires il était un peu déconcerté. Mais je l’ai mis au courant de tout et rapidement il est redevenu l’homme d’affaires qu’il avait toujours été. Nous avions un but commun: développer les affaires.’15

(Broer Albert Vanaudenhove over de terugkeer van Omer in 1945)

Advertentie in Het Laatste Nieuws, 25 april 1948, p. 15.

... en expansie

De gebouwde schoenfabriek wordt in 1947 ingehuldigd. Het is een periode van zoeken naar kredieten bij banken, de Nationale Kas voor Beroepskrediet, familieleden en andere privépersonen om het bedrijf verder uit te bouwen. In september 1948 vormen de broers het familiebedrijf om in de NV’s Central Shoe en Manufacture de Chaussures Vana [van Vanaudenhove]. De broers komen meer en meer tot een taakverdeling: Omer de productie, Albert de distributie. Een lading ingevoerde Argentijnse schoenen die de broers niet aan hun gewoonlijke klanten kwijtraken, leidt tot de oprichting van Shoe-Post: postorderverkoop van schoenen via advertenties in de pers. Omdat ze op deze manier hun eigen klanten beconcurreren, opereren de broers voor Shoe-Post vanop een nieuw adres in Brussel, dat uiteindelijk ook de eerste fysieke Shoe-Post winkel wordt. Omer reist in september 1948 naar Engeland waar hij een gemoderniseerde schoenfabriek van het familiebedrijf Eatoughs Ltd. bezoekt, ter inspiratie voor een uitbreiding van de schoenproductieafdeling in Diest. Tijdens zijn verblijf ontmoet hij zijn toekomstige echtgenote Elisabeth (Betty) Eatough, met wie hij op 8 april 1949 in het huwelijk treedt.

Omer Vanaudenhove op de cover van Trends, 15 juni 1975.

Eind jaren 1940 en tijdens de jaren ’50 volgen de kapitaalsverhogingen en de overnames van/fusies met schoenwinkelketens en fabrieken elkaar op. Ook in de jaren ’60 gaat de uitbreiding door, met onder andere de aankoop van diverse schoen- en pantoffelfabrieken en de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen in Diest. In de jaren ’70 richten ze onder andere een kartonfabriek op om schoendozen te produceren en kopen ze onder andere een leerlooierij en een rubberfabriek op. In 1974 halen de Vanaudenhoves met hun schoenbedrijven, sinds 1964 samengebracht in de groep Euro Shoe Unie, een jaarlijkse omzet van 2,5 miljard Belgische frank en hebben ze 1.600 werknemers in dienst. Op één generatie werken de familieleden zich op van bescheiden burgerlijke kleinhandelaars tot leden van de Belgische industriële elite. Ondertussen schopt grote broer Marcel het tot directeur-generaal van het Gemeentekrediet.

Omer Vanaudenhove door Serge Creuz op de cover van Pourquoi Pas?, 16 oktober 1959. 

Politiek manager

Wanneer Omer Vanaudenhove in 1946 burgemeester van Diest wordt, zet hij onder andere in op het herstel van de oorlogsschade en op de ontwikkeling van het onderwijs in de stad. Vanaudenhove blijft burgemeester tot januari 1955, wanneer hij als minister van Openbare Werken toetreedt tot de regering-Van Acker IV. Vanaf mei 1954 is hij ook gecoöpteerd senator. Op een korte onderbreking16 na blijft hij minister van Openbare Werken tot maart 1961. Tijdens zijn ministerschap volgt hij bestaande dossiers op, neemt hij nieuwe initiatieven voor werken aan wegen, bruggen, havens, schoolgebouwen en andere infrastructuur en ondersteunt hij de openbare werken van lokale besturen. Hij ontpopt zich tot ‘een soort politiek manager’17 die langetermijnprogramma’s invoert, de rendabiliteit bewaakt, efficiëntie nastreeft, een beroep doet op de privésector ... en zich ergert aan bureaucratische procedures. Minister Vanaudenhove is ook erg zichtbaar: hij reist het land rond en haalt regelmatig de pers met zijn plannen en realisaties.

‘Ik zat op mijn kabinet als een bedrijfsleider die naar het rendement kijkt.’18

(Omer Vanaudenhove over zijn ministerschap)

Eenzelfde soort aanpak hanteert hij na zijn verkiezing tot nieuwe voorzitter van de Liberale Partij in mei 1961. ‘Het einde van het voorname en steriele amateurisme’, noemt het weekblad Pourquoi Pas? het: met Vanaudenhove wordt de partij ‘een bedrijf met middelen en een doel’19. Niet alle liberalen kunnen de nieuwe aanpak appreciëren, maar met de steun van Motz en andere getrouwen binnen de partij zet Vanaudenhove door. Om de doelgroep en dus het marktaandeel van zijn partij te kunnen uitbreiden zet hij verder in op de ‘deconfessionalisering’ die zijn voorganger Roger Motz na het schoolpact van 1958 ingezet had. Geen antiklerikalisme meer dat potentiële kiezers kan afschrikken, wel tolerantie en respect op levensbeschouwelijk vlak. Daarnaast differentieert hij zijn partij ten opzichte van de concurrentie op de lijnen ‘vrijheid’ en ‘vooruitgang’ en zet hij de liberalen in de markt als anti-travaillistisch alternatief voor de nieuwe rooms-rode regering, die volgens hem te veel onder invloed van de vakbonden staat. Op het congres van 7 en 8 oktober 1961 vervelt de oude Liberale Partij tot Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) / Parti de la Liberté et du Progrès (PLP). Het doel is een grote centrumpartij te worden. ‘Een tweede grote doorbraak forceerde Vanaudenhove op het vlak van de promotie en de public relations’, getuigt Willy De Clercq in 1996. ‘Als ondernemer kende hij het klappen van de zweep en hij aarzelde dan ook geen moment om de grote publicitaire middelen in te schakelen.’20 Dat vertaalt zich onder andere in de oprichting van een Nationaal Comité voor Actie en Propaganda, de organisatie van massameetings, het uitwerken van professionele affichecampagnes, de inzet van propagandastunts en het uitvoeren van opiniepeilingen.

‘Hij was een eenvoudige jongen […], maar hij was een goede commerçant. Hij wou een grote partij van de PVV maken. Hij zat vol ambitie. Hij ambieerde om zo veel mogelijk stemmen te halen, maar de wijze waarop was wel van weinig belang.’21

(Albert Maertens over partijvoorzitter Vanaudenhove)

Omer Vanaudenhove als overwinnaar van de gemeenteraadsverkiezingen van 1964. Tekening van Raoul Debroeyer, beter bekend als Royer, op de cover van Pourquoi Pas?, 16 oktober 1964.

De macht van de voorzitter

Vanaudenhove runt de PVV/PLP als een bedrijf en trekt veel macht naar zich toe. Zo verhoogt hij bijvoorbeeld zijn greep op de bestuursorganen van de partij en op de samenstelling van de kieslijsten. Hij introduceert ook een grotere partijdiscipline, geen evidentie voor de individualistische liberale verkozenen. Het levert Vanaudenhove een reputatie van koppige en autoritaire voorzitter met ‘dictatoriale neigingen’ op.22 ‘Dat was voor die partij een beetje nodig’23, vertelt hij later. Of ‘[is] het dictatoriaal eerst ieders mening te horen, een open en opbouwend beraad te houden en dan een beslissing te nemen waarvan je als voorzitter [aanneemt] dat het de beste [is] voor de partij? Een keer het besluit genomen, kwam ik er niet meer op terug; omkijken was er niet bij. Ik ben nooit een weifelaar geweest en halfslachtigheid is aan mij niet besteed.’24 Het resultaat volgt ook: de gemeenteraadsverkiezingen van 1964 zijn een succes, bij de parlementsverkiezingen van 23 mei 1965 leidt Vanaudenhove zijn partij van 20 naar 48 Kamerleden. In maart 1966 loodst hij na onderhandelingen met CVP/PSC’er Paul Van den Boeynants de PVV/PLP in de regering. Ondanks onderhuidse spanningen lijkt Vanaudenhove tot 1968 een onaantastbare voorzitter, maar tegenvallende resultaten bij de parlementsverkiezingen van maart 1968, interne (onder andere communautaire) tegenstellingen die steeds meer aan de oppervlakte komen en een uitval van Vanaudenhove door ziekte eind dat jaar knagen aan zijn autoriteit als partijvoorzitter. In juni 1969 geeft hij de fakkel door aan Henegouwer Pierre Descamps.

Steunen op Albert, het politiek virus en de platte portefeuille

Volgens Albert Vanaudenhove is de succesvolle combinatie van zakenleven en politiek door Omer toe te schrijven aan de ‘onbeperkte werkkracht en intelligentie’25 van zijn broer. Toch kan ook Omer Vanaudenhove niet alles tegelijk doen: net als tijdens zijn legerdienst en zijn gevangenschap tijdens de oorlog, neemt Albert de zaken over wanneer Omer politiek verhinderd is. ‘Het is dank zij [sic] Albert dat ik een politieke loopbaan heb kunnen uitbouwen’26, vertelt hij later. Om belangenvermenging uit de weg te gaan, treedt Omer bij zijn benoeming tot minister in januari 1955 af als bestuurder van de familiebedrijven, maar hij blijft uiteraard aandeelhouder en overloopt in het weekend samen met Albert ‘alle zaken […] die belangrijk [zijn] voor het bedrijf’27. Tijdens vakantiedagen schrijft hij ‘rapporten neer over de evolutie van ons bedrijf’28. Financieel profijt levert de combinatie hem niet op, zoals hij aangeeft tijdens een partijvergadering in 1957 tijdens dewelke hij klaagt over de zeer slecht gekozen term ‘ministeriële portefeuille’. Want, zegt hij, ‘mijn portefeuille is nog nooit zo plat geweest als sinds ik minister ben, mijn vrouw zegt het mij bijna alle dagen.’29 Broer Albert bevestigt: ‘Had hij zich uitsluitend met ons bedrijf kunnen bezighouden, dan was dit voor hem materieel veel voordeliger geweest.’30 Maar hij heeft het politiek ‘virus’31 en ‘Brussel’ krijgt ‘steeds prioriteit’32.

Wiens brood men eet?

Vanaf zijn benoeming in januari 1947 tot zijn ministerschap in januari 1955 blijft Omer Vanaudenhove burgemeester van Diest. Daarna is hij nog tot 1958 titelvoerend burgemeester. Zijn nationale politieke carrière betekent echter geen afscheid van zijn stad, want tot 1976 neemt hij elke keer deel aan de Diestse gemeenteraadsverkiezingen, met een zitje in de gemeenteraad als gevolg. De verkiezingscampagnes leveren soms propagandamateriaal op waarbij de realisaties van de politicus en van de industrieel in elkaar overlopen. Dat is bijvoorbeeld het geval in een brochure naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 1964, wanneer hij de lokale PVV-lijst trekt: ‘Reeds van vóór de oorlog heeft de Heer Omer Vanaudenhove op professioneel vlak er zorg voor gedragen dat aan onze stad een industrie kon worden geschonken, die aan honderden mensen ter plaatse werk kon verschaffen. Samen met zijn broer Albert is hij er in geslaagd één van de meest bloeiende bedrijven der streek op te richten. Zo pas nog werden prachtige nieuwe gebouwen ingehuldigd en wordt steeds een groter en groter aantal stadsgenoten door hun firma te werk gesteld.’33

De ideologie van de ondernemer

De ideologische pijlers van de nieuwe PVV/PLP zijn religieuze tolerantie, het unitarisme en de vrijheid van ondernemen, allemaal ‘diepe overtuigingen’34 van Vanaudenhove. Hij is ook net als de vernieuwde partij voorstander van belastingvermindering en besparingen: ‘zo hebben we het thuis geleerd: eerst werken, vervolgens sparen en dan uitgeven, en niet omgekeerd.’35 Trouwens, stelt hij, ‘uit belastingsvermindering volgt automatisch een grotere koopkracht en een grotere tewerkstelling.’36 De staat heeft een rol te spelen, bijvoorbeeld in het creëren van verkeersinfrastructuur, maar doet het ‘minder goed dan de privé’, en zou zich dus beter ‘met minder zaken moeten bezighouden’37. Ook het aantal ministers verminderen is ‘wenselijk’, want ‘een gezond budgettair bedrijf is een bedrijf dat geleid wordt door een klein aantal mensen’.38 Van overheidssteun is hij ideologisch – en tijdens zijn ministerschap deontologisch – geen voorstander, toch maakt hij na zijn afscheid van de actieve politiek om pragmatische redenen – ‘omdat de overheid het zo heeft ingericht in de Westerse wereld dat men bijna verplicht is overheidssteun te vragen’39 – toch de bocht om een beroep te doen op de zogenaamde expansiewetten.

Affiche gebruikt voor de parlementsverkiezingen van 1968. De Nederlandstalige versie luidt ‘Geen verscheurd, maar een vernieuwd land’.

Vanaudenhove is voorstander van een ‘progressief’ en een ‘sociaal’ liberalisme40. Als PVV/PLP-voorzitter organiseert hij in 1962-1963 enkele congressen die duidelijk moeten maken dat de PVV/PLP geen conservatieve partij is, maar sociale thema’s ter harte neemt. Zijn broer Albert noemt Omer ‘een zeer sociaal voelend man’, die in zijn bedrijf al vroeg een ‘sociale kas’ voorzag om ‘bedienden en arbeiders bij familiale moeilijkheden [te] helpen’. ‘Nooit werd er in zijn onderneming […] ook maar één enkele dag gestaakt’, voegt hij toe.41 Toch lijkt het sociale luik bij de zich opgewerkte Vanaudenhove soms te neigen naar paternalisme én naar een vorm van maatschappelijke verantwoordelijkheidszin: volgens Omer ‘heeft de ondernemer in een liberale maatschappij de plicht risico's te nemen en moet hij dus constant met nieuwe initiatieven voor de dag komen.’42 Of de schoenenproductie minstens gedeeltelijk lokaal te houden, ook al zou volledig uitwijken naar lageloonlanden financieel interessanter zijn.

Als zakenman ergert Vanaudenhove zich ook dood aan de overbodige ‘valse problemen’ die typisch zijn voor de Belgische politiek: ‘de Koningskwestie, de schoolkwestie, de stakingen, het federalisme, […] de taalstrijd’, waarvan hij zich afvraagt wat ze het land gekost hebben.43 Was hij dan soms te veel manager en te weinig politicus? In 1996 vindt Willy De Clercq alvast van wel, wanneer hij schrijft dat Vanaudenhove in 1968 ‘ware toedracht van de gebeurtenissen’44mist en zich van tactiek vergist.

‘Vanuit zijn macro-economische visie als bedrijfsleider kon hij niet begrijpen dat de structuren van een meertalig land […] gedoemd waren om zich op te splitsen om achteraf vanuit de eigen dynamiek weer tot een vergelijk te kunnen komen. Zijn pluralistische houding noopte hem tot compromissen die in het toenmalige tijdsgewricht door geen van de tegenover elkaar staande partijen nog konden worden aanvaard.’45

(Willy De Clercq)

Fragment uit een folder van PVV Diest voor de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1976.

Terug naar Diest

Na zijn partijvoorzitterschap zetelt Vanaudenhove nog tot januari 1974 in de Senaat. Hij verlegt zijn focus weer voornamelijk naar het ondernemerschap, al laat de politiek hem niet los. Hij neemt nog verschillende initiatieven binnen en buiten de PVV en is nog steeds (ononderbroken sinds 1947) gemeenteraadslid in Diest. Als voorzitter van de Federatie van de Belgische Schoennijverheid (Febic) vanaf 1973 verdedigt hij de belangen van de schoenensector. Dankzij zijn politiek netwerk heeft hij gemakkelijk toegang tot politieke verantwoordelijken. Vanaf 1977 is Vanaudenhove ook actief als beheerder bij de Generale Bankmaatschappij. Na zijn succes als PVV-lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 aanvaardt hij om vanaf januari 1977 opnieuw burgemeester te worden van het net met enkele randgemeenten gefuseerde Groot-Diest. In het voorjaar van 1979 geeft hij echter zijn ontslag, op doktersadvies na een openhartoperatie en omdat hij 65 geworden is. Hij blijft wel gemeenteraadslid tot 1982, waarna hij geen kandidaat meer is.46 Dat jaar stopt hij, opnieuw om gezondheidsredenen, de meeste van zijn activiteiten. Hij blijft wel de vergaderingen van Euro Shoe volgen. De politiek ook trouwens, zowel via de media als via regelmatige contacten met figuren uit de Diestse en nationale actieve politiek. Omer Vanaudenhove overlijdt in Leuven op 26 november 1994, net geen 81 jaar oud.

Bronnen, noten en/of referenties

Liberas, Archief Omer Vanaudenhove (archief nr. 7), I / 2., II / 1.2.5., IV / 1.1.3., IV / 1.1.4., IV / 1.1.5, V / 2.2. en andere stukken.

Liberas, Archiefcollectie verkiezingspropaganda (archief nr. 2000).

Albert Vanaudenhove, De la Ketelstraat au groupe Euro Shoe Unie un siècle d'activité dans les "godasses" de la famille Vanaudenhove (Eigen beheer, s.d.).

Marcel Van Audenhove, Au fil d’une carrière de 38 ans au Crédit Communal de Belgique / 38 jaar professioneel leven bij het Gemeentekrediet van België (Brussel: Gemeentekrediet, 1979).

‘Bij wijze van afscheid van Omer Vanaudenhove. “26 juni 1987: In gesprek met Omer Vanaudenhove”’, in: Liberaal Reflex, 15, nr. 4 (1994): 5-16.

Joos Florquin, Ten huize van … 14 (Leuven/Brugge: Davidsfonds/Orion, 1978) 245-280.

Jo Gerard, Une interview exclusive. Omer Vanaudenhove, in: Europe Magazine, 19, nr. 878 (4 april 1962): 17-19.

‘Waar het schoentje wringt. Gesprek met Euroshoe-president Omer Van Audenhove’, in: Trends, 1, nr. 7 (15 juni 1975): 20-24.

De Diestenaar, 23.2.1946: 1.

Het Laatste Nieuws, 31.1.1946: 2.

Het Volksbelang, 22 september 1945: 2.

Le Soir, 6 juni 1969: 2.

Pourquoi Pas?, 16 oktober 1959, 6 oktober 1961, 2 februari 1962, 16 oktober 1964.

Vrij Diest, november 1946 - januari 1947.

Vrijheid en Vooruitgang, 14 april 1979.

Vrij Limburg, 26, nr. 38 (18 september 1948): 1.

Sébastien Baudart, ‘XII werken van Vanaudenhove’, in: Liberas Stories, laatst gewijzigd 20.6.2022.

Luc Beyer de Ryke, ‘Les certitudes d’un homme de caractère’, in: Le Tiercé Belgique. Omer Vanaudenhove, Henri Simonet, Paul Vanden Boeynants (Bruxelles: Les Editions Arts & Voyages, 1970) 11-58.

‘Bilan d'une présidence au PLP: Omer Vanaudenhove (1961-1969) (I)’, in: Courrier hebdomadaire du CRISP, vol. 430, nr. 4 (1969): 1-24.

Bert Cornelis en Daniël Van Cauwenbergh, ‘Minister van Staat Omer Vanaudenhove over Guy Verhofstadt, de VLD en de “versleten democratie” van West-Europa’, in: Het Laatste Nieuws (18 september 1993): 2.

Hugo De Ridder en Frans Verleyen, Waar is nu mijn mooie boomgaard? 10 politieke portretten (Tielt: Lannoo, 1971) 81-98.

Christoph De Spiegeleer, ‘La grande armée de la liberté et du progrès. De modernisering van campagnevoering door de PVV/PLP voor de wetgevende verkiezingen in 1965’, in: Verkiezingskoorts (Gent: Liberaal Archief/Liberas, 2018) 75-87.

Suzanne de Winter, Omer Vanaudenhove: les défis du bâtisseur (Bruxelles: Labor, 1974).

Marc D’Hoore, ‘Vanaudenhove Omer’, in: Dictionnaire des patrons en Belgique. Les hommes, les entreprises, les réseaux, eds. Ginette Kurgan-van Hentenrijk e.a. (Bruxelles: De Boeck Université, 1996) 594-595.

Helmut Gaus, Politiek biografisch lexicon: Belgische ministers en staatssecretarissen 1960-1980 (Antwerpen: Standaard, 1989) 1103-1110.

Ruben Mantels, ‘Stemmen in de golden sixties. De Liberale Partij tegenover de kiezer (1958-1973)’, in: Verkiezingskoorts (Gent: Liberaal Archief/Liberas, 2018) 49-74.

Walter Prevenier, ‘Vanaudenhove, Omer Rodolphe Jean, politicus’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 19 (Brussel: Koninklijke Academiën van België, 2009) 946-961.

Walter Prevenier en Luc Pareyn, ‘De oprichting van de PVV/PLP en haar gevolgen: 1958-1969’, in: Het Liberalisme in België. Tweehonderd jaar geschiedenis, eds. Adriaan Verhulst en Hervé Hasquin (Brussel/Gent: Paul Hymanscentrum/Uitgeverij Delta/Liberaal Archief, 1989) 331-340.

An Rydant, ‘Verdeeldheid in de eenheid. Analyse van het besluitvormingsproces in de Liberale Partij en de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (1958-1966)’ (Licentiaatsverhandeling VUB, 1988).

Raymond Stuyck, Topmanagers in Vlaanderen. Macht en onmacht van halfgoden (Antwerpen: Brito, 1971) 142-147.

‘Trois frères. Deux “savetiers”, un financier’, in: Par-delà, nr. 91 (mei 1971): 5-14.

Omer Vanaudenhove, een bruggenbouwer, eds. Suzanne Vanaudenhove en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1996).

1. Vrij Diest, 9 november 1946, 1. 

2. Geen enkele andere liberaal haalt meer dan 185 voorkeurstemmen. Over de partijgrenzen heen moet Vanaudenhove enkel CVP’er Van Gijsel laten voorgaan (504 voorkeurstemmen). 27,2 % van de 1561 liberale stemmers brengt een voorkeurstem voor Vanaudenhove uit. Ten opzichte van de 5005 geldige uitgebrachte stemmen haalt hij 8,5 %.

3. ‘Bij wijze van afscheid van Omer Vanaudenhove. “26 juni 1987: In gesprek met Omer Vanaudenhove”’, in: Liberaal Reflex, 15, nr. 4 (1994): 16.

3. Joos Florquin, Ten huize van … 14 (Leuven/Brugge: Davidsfonds/Orion, 1978) 255. 

5. Marcel Van Audenhove, Au fil d’une carrière de 38 ans au Crédit Communal de Belgique / 38 jaar professioneel leven bij het Gemeentekrediet van België (Brussel: Gemeentekrediet, 1979) 134.

6. Albert Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als ondernemer’, in: Omer Vanaudenhove, een bruggenbouwer, eds. Suzanne Vanaudenhove en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1996) 52.

7. Florquin, Ten huize van … 14, 250.

8. Het Laatste Nieuws, 30 mei 1939, 13.

9. Willy De Clercq, ‘Omer Vanaudenhove als voorzitter-stichter van de PVV’, in: Omer Vanaudenhove, een bruggenbouwer, eds. Suzanne Vanaudenhove en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1996) 96-97.

10. Vrij Diest, 8 februari 1947, 1. 

11. Suzanne Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als vader’, in: Omer Vanaudenhove, een bruggenbouwer, eds. Suzanne Vanaudenhove en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1996) 46.

12. ‘Niettegenstaande zijn schitterend einddiploma aan het Atheneum dacht niemand eraan – ook hijzelf niet – dat universitaire studies misschien wel nuttig zouden geweest zijn’, schrijft broer Albert hierover. (Albert Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als ondernemer’, in: Omer Vanaudenhove, een bruggenbouwer, eds. Suzanne Vanaudenhove en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1996) 51). Omer zelf vertelt in 1987 dat hij wel de ambitie had om verder te studeren, maar dat zijn vader dit minder zag zitten: ‘Mijn twee broers waren aan de universiteit van Brussel en ik wilde naar Solvay gaan, maar mijn vader zei: “Mijn bedrijf is dan afgeschreven, dat gaat toch niet.” (‘Bij wijze van afscheid van Omer Vanaudenhove. “26 juni 1987: In gesprek met Omer Vanaudenhove”’, in: Liberaal Reflex, 15, nr. 4 (1994): 16).

13. Albert was om gezondheidsredenen vrijgesteld van legerdienst.

14. Ietwat cryptisch schrijft Albert in zijn memoires ‘Il fallait en faire [de zwarte markt] ou “disparaître”. Nous ne sommes pas disparus.’ (Albert Vanaudenhove, De la Ketelstraat au groupe Euro Shoe Unie un siècle d'activité dans les "godasses" de la famille Vanaudenhove (Eigen beheer, s.d.) 19).

15. Albert Vanaudenhove, De la Ketelstraat au groupe Euro Shoe Unie. Un siècle d'activité dans les "godasses" de la famille Vanaudenhove (Eigen beheer, s.d.) 27.

16. Tijdens de homogene CVP/PSC-regering van Gaston Eyskens, juni-november 1958.

17. Helmut Gaus, Politiek biografisch lexicon: Belgische ministers en staatssecretarissen 1960-1980 (Antwerpen: Standaard, 1989) 1105.

18. Hugo De Ridder en Frans Verleyen, Waar is nu mijn mooie boomgaard? 10 politieke portretten (Tielt: Lannoo, 1971) 91.

19. Pourquoi Pas?, 52, nr. 2253 (2 februari 1962) 5. ‘Le parti libéral, à l’heure Vanaudenhove, c’était la fin de l’amateurisme distingué et stérile: une entreprise avec un but et des moyens.

20. De Clercq, ‘Omer Vanaudenhove als voorzitter-stichter van de PVV’, 101-102.

21. ‘Interview met de heer Albert Maertens’, in: An Rydant, ‘Verdeeldheid in de eenheid. Analyse van het besluitvormingsproces in de Liberale Partij en de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (1958-1966)’ (Licentiaatsverhandeling VUB, 1988), 1-2.

22. Willy De Clercq in: Liberas, Archief Omer Vanaudenhove (archief nr. 7), IV / 1.1.5. Biografie van Omer Vanaudenhove, 122.

23. ‘Bij wijze van afscheid van Omer Vanaudenhove. “26 juni 1987: In gesprek met Omer Vanaudenhove”’, in: Liberaal Reflex, 15, nr. 4 (1994), 14.

24. Liberas, Archief Omer Vanaudenhove (archief nr. 7), IV / 1.1.5. Biografie van Omer Vanaudenhove, 98.

25. Albert Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als ondernemer’, 54.

26. Liberas, Archief Omer Vanaudenhove (archief nr. 7), IV / 1.1.5. Biografie van Omer Vanaudenhove, 8.

27. Ibidem.

28. Ibidem.

29. ‘Mon portefeuille n’a jamais été aussi plat que depuis que je suis ministre, ma femme me le dit pratiquement tous les jours.’ (Liberas, Archief Liberale Partij / Parti Libéral - Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) / Parti de la Liberté et du Progrès (PLP) (archief nr. 15), Notulen Bestendig Comité, 9 februari 1957, 25).

30. Albert Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als ondernemer’, 56.

31. Florquin, Ten huize van … 14, 248.

32. Albert Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als ondernemer’, 56.

33. Liberas, Archiefcollectie verkiezingspropaganda (archief nr. 2000), PAMFLET000716: PVV gemeenteraadsverkiezingen Diest 11 oktober 1964, brochure met propaganda voor Omer Vanaudenhove met een fotoreportage.

34. Jacques Van Offelen, ‘Omer Vanaudenhove, créateur du PLP’, in: Omer Vanaudenhove, een bruggenbouwer, eds. Suzanne Vanaudenhove en Luc Pareyn (Gent: Liberaal Archief, 1996) 123. ‘Quant à la doctrine du nouveau parti, elle préconise l’Union des Belges, la tolérance religieuse et la défense de l’entreprise libre, positions qui correspondent aux convictions profondes d’Omer Vanaudenhove.’ 

35. ‘Bij wijze van afscheid van Omer Vanaudenhove’, 8.

36. Ibidem.

37. Liberas, Archief Omer Vanaudenhove (archief nr. 7), IV / 1.1.5. Biografie van Omer Vanaudenhove, 131 bis.

38. ‘Bij wijze van afscheid van Omer Vanaudenhove’, 8.

39. ‘Waar het schoentje wringt. Gesprek met Euroshoe-president Omer Van Audenhove’, in: Trends, 1, nr. 7 (15 juni 1975): 24.

40. Liberas, Archief Omer Vanaudenhove (archief nr. 7), IV / 1.1.3., 47.

41. Albert Vanaudenhove, ‘Omer Vanaudenhove als ondernemer’, 56.

42. Florquin, Ten huize van … 14, 255.

43. Pourquoi Pas?, 52, nr. 2253 (2 februari 1962): 6. ‘La Belgique a l’art de créer de faux problèmes et de se passionner pour eux. Voyez depuis la libération: il y eut la question royale, la question scolaire, les grèves, le fédéralisme et, aujourd’hui, la querelle linguistique. J’aimerais que l’on fasse le compte de ce qu’ont coûté au pays ces remous dont il se serait passé volontiers …’

44. De Clercq, ‘Omer Vanaudenhove als voorzitter-stichter van de PVV’, 110-111.

45. Ibidem.

46. Zijn echtgenote Betty Vanaudenhove-Eatough neemt op dat moment over.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Sébastien Baudart, "Omer Vanaudenhove, ondernemer in de politiek", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/11/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op