Voor de parlementsverkiezingen van 1932 is Demuyter opnieuw van de partij. Slechts enkele weken na zijn deelname aan de twintigste Gordon-Bennettcup (waar hij negende eindigt) staat hij opnieuw op de liberale lijst. Ditmaal oogt zijn kandidatuur iets serieuzer. De Liberale Partij schuift hem op de veertiende plaats naar voren als handelsspecialist (met name buitenlandse handel).4 Ook in 1936 doet hij een gooi naar een Kamerzetel, ditmaal vanop de elfde plaats maar zonder succes. Ondanks zijn populariteit als oorlogsheld en ballonvaarder blijft hij op moeilijk verkiesbare plaatsen terechtkomen na pollverkiezingen (een soort voorverkiezing waarmee men de volgorde van de kandidaten binnen een kieslijst bepaalt).
Over Demuyters eigenlijke standpunten is weinig bekend, behalve dat hij een gematigde taalpolitiek nastreeft. Pas na de Tweede Wereldoorlog slaagt Demuyter erin om zich (voor de pers tenminste) te profileren als politicus, met een eigen uitgesproken agenda en expertise.
1938 is een sleutelmoment voor zijn politieke carrière, als hij verkozen wordt als Brussels gemeenteraadslid. Hij kandideert opnieuw voor de parlementsverkiezingen van 1939 maar is niet direct verkozen. Hij bekomt wel genoeg stemmen als eerste vervanger. Na het overlijden van de liberale Brusselse burgemeester Adolphe Max op 6 november 1939, komt diens zitje in de Kamer vrij, waardoor Demuyter alsnog de eed als volksvertegenwoordiger kan afleggen.