Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.

Deprecated: Function strftime() is deprecated in /data/sites/web/webdoosio/subsites/klanten.webdoos.io/liberas/views/magazineartikel.php on line 13
Voorgesteld

Octave Dierckx, de vliegende senator

Nieuws over politici beperkt zich dikwijls niet tot hun werk als parlementslid, partijleider of minister. Denk maar aan schandalen uit het privéleven, of - het kan ook een stuk positiever - merkwaardige hobby’s. Tijdens de jaren dertig van de twintigste eeuw bespeelt de Brusselse liberaal Octave Dierckx regelmatig bewust en onbewust de media met zijn avonturen als … amateurpiloot.

Sébastien Baudart
15 November 2024

Portret van Octave Dierckx uit Le Parlement Belge 1930.

De heer Dierckx heeft leren vliegen

‘Wij moeten meegaan met onzen tijd, peinst de heer Dierckx, […] en hij heeft leeren vliegen’, meldt Het Laatste Nieuws op 26 september 1932. Een week eerder behaalde senator Dierckx (1882-1955) na het afleggen van praktische en theoretische proeven zijn vliegbrevet. Volgens de krant wordt hij daarmee ‘het eerste parlementslid in ons land, dat het vlieger-diploma bekomt’.

‘Want hij die, den dag van vandaag, geen motor weet te besturen, is niet meer van onzen tijd: een auto-motor volstaat zelfs niet meer, het moet de motor van een vliegtuig zijn’1, vervolgt de Brusselse liberale krant. Octave Dierckx is mee met zijn tijd, en leeftijd lijkt weinig vat op hem te hebben. ‘Hij vergeet dat hij vijftig is’2, schrijven de collega’s van La Dernière Heure.

Van gemeenteraadslid tot minister

De bijna vijftigjarige Dierckx - hij is dan eigenlijk nog maar negenenveertig - heeft er ten tijde van zijn vliegbrevet al een hele loopbaan op zitten. Hij is geboren in Antwerpen op 15 oktober 1882, maar het is met Brussel dat hij altijd geassocieerd zal worden. Na zijn studies rechten aan de Université Libre de Bruxelles begint hij er een carrière als advocaat, om pas later, binnen de Liberale Associatie van Elsene, de stap naar de politiek te zetten. Stapsgewijs raakt hij verkozen als gemeenteraadslid in Elsene (1920), en - vanop strijdplaatsen - als Brabants provincieraadslid (1925) en senator voor het arrondissement Brussel (1929).

Het Laatste Nieuws over de liberale voorzittersverkiezingen, 12 maart 1933, p. 3. (Collectie Liberas)

Zijn echte politieke doorbraak moet dan nog komen: van maart 1933 tot juni 1934 schopt hij het tot nationaal voorzitter van de Liberale Partij. In die functie probeert hij onder meer de partijorganisatie te stroomlijnen, in te zetten op de jeugd en de lokale associaties wakker te schudden. Hij moet het voorzitterschap echter opgeven wanneer hij in juni 1934 voor de eerste keer minister wordt in de regering-de Broqueville V, waarin hij tot december 1934 toepasselijk de departementen Verkeerswezen en Posterijen, Telegrafie en Telefonie beheert.

Dierckx, die graag zijn tanden in financiële en onderwijskwesties zet, heeft de reputatie een gedreven en vurig politicus te zijn. Wat extravagant ook, en een soort van eeuwige jongeling. Hij is een energieke redenaar maar trage spreker, die een zeer beeldrijke taal gebruikt, zijn gedachten weleens wat warrig formuleert en bij momenten humeurig kan zijn. Het satirisch weekblad Pourquoi Pas? noemt hem in 1934 onder andere ‘un tempérament’, gekenmerkt door gezond verstand en een ‘indomptable allant’, te vertalen als ‘ontembare voortvarendheid’. Ook wel ‘un curieux type’.3 Inhoudelijk positioneert hij zich binnen zijn partij als een centrumfiguur, die graag zijn eigen koers vaart en liefst op zoek gaat naar bemiddelde oplossingen. Hij staat voor economische vrijheid, maar ook voor staatsinterventie indien nodig, onder andere in de strijd tegen hyperkapitalisme. Sociale bescherming ziet hij liefst gekoppeld aan maatregelen tegen het misbruik ervan. Op het vlak van religie en de schoolkwestie volgt hij de klassieke liberale antiklerikale lijn.

Na zijn ministerschap onder de Broqueville wordt Dierckx nog drie keer voor korte tijd minister: van Binnenlandse Zaken (regering-Janson, november 1937 - mei 1938), van Openbaar Onderwijs (regering-Spaak, mei 1938 - februari 1939) en minister zonder portefeuille (regering-Eyskens, augustus 1949 - juni 1950). In 1945 wordt hij benoemd tot minister van Staat. Senator blijft hij tot aan zijn overlijden in 1955.

Wandelen in Het Zoute in juli 1924. Op de foto leden van de familie Janson-Hallet.

Het is in de AERA-vliegclub van Het Zoute, de wijk in Knokke waar hij al enkele jaren een buitenverblijf heeft, dat Dierckx leert vliegen en zijn vliegexamen aflegt. Ook op dat moment is Het Zoute - sinds het begin van de twintigste eeuw in ontwikkeling als nieuwe badplaats - al een verzamelplaats waar een deel van de Belgische elite haar vrije tijd doorbrengt. Bij wijze van voorbeeld: vóór Dierckx ze in 1928 aankocht, was zijn villa het buitenverblijf van componist en violist Eugène Ysaÿe. Ook Engelse toeristen vinden vlot hun weg naar de badplaats, onder andere via het vliegveld van Het Zoute, dat sinds 1929 in gebruik is. Naast andere lijnen biedt de in 1923 opgerichte Sabena er vanaf 1931 een lijn Londen-Oostende-Het Zoute aan.

Sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog is de luchtvaart voor burgerdoeleinden in volle ontwikkeling. Pioniers verleggen de grenzen van het mogelijke, commerciële vluchten doen hun intrede en ook het sportvliegen vindt in West-Europa en de Verenigde Staten langzaamaan een publiek. In België kunnen leerling-piloten in 1932 naast Het Zoute ook nog terecht in vijf andere vliegscholen in Antwerpen, Oostende, Gosselies, Luik en Saint-Hubert. Het weekblad Hebdo, dat begin oktober 1932 een reportage maakt over het fenomeen en ook senator Dierckx aan bod laat komen, vermeldt dat er tijdens dat jaar al achtenzeventig ‘brevets de tourisme’ uitgereikt werden (waarvan dertig aan vroegere legerpiloten). Het blijft uiteraard een elitair tijdverdrijf: een basisleertraject telt tien uur, met een kostprijs rond de vijfduizend frank (omgerekend naar huidige muntwaarde ongeveer vierduizend euro). Ter vergelijking: een krant kost op dat moment vijfentwintig à veertig centiemen. En dan hebben we het nog niet over de kostprijs van een toestel.

Georges Rutten, portret uit Le Parlement Belge 1930.

Van luchtdoop naar vliegexamen

Vóór zijn vliegambities was Dierckx al een motor- en autoliefhebber. Zijn besluit om te vliegen is een gevolg van een geplande parlementaire Congoreis. Om te testen of hij het vliegen zou verdragen, maakt hij in het voorjaar van 1932 een vliegtuigtocht boven Antwerpen, een vlucht die hem ‘inpakt’, zoals hij in een interview aan La Dernière Heure4 over zijn nieuwe hobby verklaart. Op 7 augustus woont hij een internationaal ‘vliegfeest’ bij in Het Zoute, waar hij zijn katholieke collega-senator, ‘pater’ Georges Rutten, mee de lucht in uitnodigt én hij helemaal overtuigd raakt. Uit enthousiasme maakt hij de volgende dag nog een vlucht. En twee dagen later begint hij aan zijn opleiding van tien uur (aan achthonderd frank per uur) bij instructeur Léon Aerden.

De uren worden verspreid over anderhalve maand, omdat de senator voortdurend voor politieke kwesties naar Brussel teruggeroepen wordt, maar vanaf maandag 19 september gaat het snel. Op die dag krijgt Dierckx het vliegtuig geleverd dat hij besteld had: een sporttweedekker van de Belgische constructeur Bulté. Op dinsdag test Dierckx’ instructeur het nieuwe toestel en gaan ze er samen mee de lucht in. Op woensdag vliegt Dierckx alleen met zijn nieuwe aanwinst. Op donderdag legt hij zijn praktijkexamen af. Daarvoor moet hij naar tweeduizend meter stijgen om vervolgens met stilgelegde motor te landen in zweefvlucht.

Octave Dierckx in vlieguitrusting, in La Dernière Heure, 25 september 1932, p. 1 (Collectie KBR: DIGIT 835; FS XLVIII 2769 D; MIC PERM 595; J.B. 835; MIC PERM 500/D12)

Het gaat allemaal niet vanzelf, Dierckx raakt gestresseerd. Hij herpakt zich wel maar vliegt uit enthousiasme te hoog (bijna drieduizend meter) en te ver, raakt gedesoriënteerd en maakt uiteindelijk een landing aan veel te hoge snelheid door met wind mee - in plaats van tegen de wind - neer te komen. Maar het lukt wel. Met het afleggen van achtvormige figuren boven het vliegveld werkt hij zijn praktijkgedeelte af. Op vrijdag volgt dan uiteindelijk een theorie-examen in Oostende. Aan La Dernière Heure5 verklaart hij dat ook politieke redenen meespelen in zijn ‘amour soudain pour l’aviation’: hij vond het noodzakelijk dat minstens één parlementslid met kennis van zaken zou kunnen spreken over luchtvaartkwesties.

De Brusselse luchthaven in het weekblad De Illustratie van 12 mei 1937, p. 3. (Collectie Liberas)

De crash

Dat het geen ongevaarlijk tijdverdrijf betreft, blijkt al snel. Op 29 september, amper een week na het halen van zijn brevet, valt de motor van Dierckx’ vliegtuig, op weg van Het Zoute naar Evere (Brussel) en uit koers geraakt, plots stil boven Kieldrecht, nabij de Nederlandse grens. De onervaren piloot6 komt met zijn vliegtuig op een onzachte manier midden in een veld terecht en wordt uit zijn toestel geslingerd. ‘Le train d’atterrissage plia, l’avion piqua du nez, tandis que l’hélice volait en morceaux et, ma ceinture s’étant cassée, je fus précipité, tête en avant, à travers le pare-brise et les instruments de bord sur le sol’7, vertelt hij achteraf aan de liberale krant L’Indépendance Belge. Dierckx raakt zelf recht, belandt in het ziekenhuis van Beveren-Waas, maar is slechts lichtgewond aan het aangezicht, hoewel hij er volgens L’Indépendance Belge even uitziet als een meesterwerk van James Ensor. Zijn wat afgeplatte neus zal altijd een erfenis blijven van deze mislukte landing, maar Dierckx geeft het vliegen niet op. Wel merkt hij in de interviews8 over zijn ongeval op dat het vliegbrevet volgens hem veel te gemakkelijk wordt uitgereikt aan leerling-piloten met te weinig ervaring.

Van berichtgeving en satire …

De crash van Dierckx haalt, net als het behalen van zijn vliegbrevet, vlot en zuiloverschrijdend de nationale pers. De meeste kranten informeren de lezers met eerder korte berichten en op vrij neutrale, maar meestal geamuseerde, toon over de bijna vijftigjarige senator die leert vliegen. Maar uiteraard prikkelt de nieuwe hobby van Dierckx ook de inspiratie van niet-liberaalgezinde commentatoren. Zo vindt La Libre Belgique het jammer dat het mandaat van senator niet vanuit een vliegtuig kan uitgeoefend worden, want ‘wanneer hij bepaalde aan de Senaat voorgelegde kwesties behandelt, zou hij misschien een beter zicht hebben op de zaken.’9

M. Dierckx, quand il traite certaines questions soumises au Sénat, verrait peut-être les choses de plus haut.

(La Libre Belgique)10

Het Handelsblad van Antwerpen schrijft dan weer dat het ‘de comble’ [het toppunt] zou zijn ‘dat de achtbare senator bij de verkiezingen van toekomend jaar buiten vloog.’11 Na de crash in Kieldrecht reageren de kranten meelevend, al kan De Volksgazet het niet laten een grapje te maken over Dierckx’ motor die ‘nog langer (liberalen!) dienst’12 weigerde. Het satirisch Vlaams-nationalistische tijdschrift Reinaert meldt twee weken na de crash dan weer dat Dierckx ‘deze week niet uit zijn vliegtuig gevallen’13 is.

… over electorale human interest …

Zowel La Dernière Heure als L’Indépendance Belge maken van de vliegende senator een uitgebreid humaninterestverhaal en publiceren tussen 24 september en 3 oktober 1932 verschillende artikels en interviews over het vliegbrevet en de crash in Kieldrecht, waarbij de ‘prestatie’, de persoonlijkheid, het ‘lef’, de ondernemingszin, en het meeleven met de lotgevallen van de vliegende senator centraal14staan.

Uit de toon en de inhoud van deze interviews blijkt duidelijk dat Dierckx er zichtbaar van geniet om zijn verhaal te doen en de mens achter de politicus te laten zien. Wat uiteraard geen kwaad kan in de laatste rechte lijn naar de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1932 en met parlementsverkiezingen tijdens het voorjaar van 1933 in het vooruitzicht (de vervroegde parlementsverkiezingen van 27 november 1932 zijn op dat moment nog niet gepland). Dierckx’ populariteit gaat alleszins in stijgende lijn, tussen 1929 en 1932 stijgt hij voor de parlementsverkiezingen van 2175 naar 3517 voorkeurstemmen.

Het tweede ongeval van Octave Dierckx in Het Laatste Nieuws van 24 november 1934, p. 9. (Collectie Liberas)

… tot een imago van ‘sénateur-aviateur’

Het wordt geen allesoverheersende associatie, maar het vliegen is vanaf dan wel een vast onderdeel van Dierckx’ imago. De woorden ‘sénateur’ en ‘aviateur’ blijven regelmatig samen opduiken, satiristen blijven er inspiratie vinden en cartoonisten hebben extra attributen om de vliegende senator grafisch te typeren. Dierckx wordt ook erevoorzitter van de Amicale des sous-officiers aviateurs de Belgique en zijn vliegavonturen blijven om de zoveel tijd persaandacht opleveren, zoals bij zijn tweede ongeval op 22 november 1934, wanneer hij samen met testpiloot Charles Rooms tijdens een landing in Evere/Haren overkop gaat door een kuil op de landingsbaan, met gelukkig enkel materiële schade als gevolg. Wanneer hij een nieuw vliegtuig aankoopt. Wanneer hij in juli 1937 de inhuldiging van de nieuwe Club des aviateurs du Zoute afsluit door samen met Camille Gutt, zakenman, ex-minister én ook amateurpiloot, de lucht in te gaan. Of nog wanneer hij in oktober 1946 zijn ‘B-brevet van piloot-vlieger der burgerlijke luchtvaart’ haalt.

Zoo hij als minister valt, zal hij niet bang worden. Hij is immers gewoon, uit zeer aanzienlijke hoogte te vallen.15

Reinaert, juni 1934

Ondanks zijn avontuurlijke hobby wordt senator Octave Dierckx 72 jaar. Hij overlijdt op 21 maart 1955 gewoon thuis in Elsene, na een langdurige ziekte. Tijdens de rouwhuldes in het parlement de dag nadien heeft Senaatsvoorzitter Robert Gillon het vooral over het karakter van de overledene, maar in de Kamer vermeldt voorzitter Camille Huysmans wel Dierckx’ ‘belangstelling in de sport, vooral in de luchtvaart, die hij persoonlijk beoefende en waarvoor hij een ware voorliefde aan de dag legde.’16

Bronnen, noten en/of referenties

Liberas, Archief Albert Lilar (archief nr. 20), nr. I / 2.1.: tekst van de toespraak van Albert Lilar bij de uitvaart van Octave Dierckx, maart 1955.

Liberas, Archief Liberale Partij / Parti Libéral - Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) / Parti de la Liberté et du Progrès (PLP) (archief nr. 15), nr. 648: Comité Permanent van 7 oktober 1934.

De Nieuwe Gazet, 28 september 1932: 2; 1-2 oktober 1932: 4; 22 maart 1955: 1.

De Nieuwe Standaard, 19 oktober 1946: 2.

De Schelde, 30 september 1932: 2.

De Standaard, 28 september 1932: 1; 1 oktober 1932: 2.

De Volksgazet, 1 oktober 1932: 2.

Gazet van Antwerpen, 1 oktober 1932: 8; 19 oktober 1946: 2.

Gazette de Charleroi, 26 september 1932: 2.

Het Handelsblad van Antwerpen, 27 september 1932: 1; 2 oktober 1932: 5.

Het Laatste Nieuws, 21 juli 1929: 2; 1 april 1931: 2; 8 augustus 1932: 8; 26 september 1932: 2; 1 oktober 1932: 3; 13 juni 1934: 1; 24 november 1934: 9; 19 juli 1936: 4; 19 oktober 1946: 2; 22 maart 1955: 3.

Het Nieuws van den Dag, 1 oktober 1932: 2; 19 oktober 1946: 2.

Het Volk, 1 oktober 1932: 1.

Het Volksbelang, 78, nr. 13 (26 maart 1955): 4.

Journal de Charleroi, 29 september 1932: 1.

La Dernière Heure, 24 september 1932: 1 & 3; 25 september 1932: 1; 1 oktober 1932: 3; 2 oktober 1932: 2; 3 oktober 1932: 4; 5 augustus 1934: 2; 23 november 1934: 3; 10 november 1935: 2; 8 juni 1936: 1; 11 november 1936: 2; 4 juli 1937: 3; 25 juli 1937: 2; 18 oktober 1946: 3.

La Libre Belgique, 24 september 1932: 2; 25 september 1932: 2; 1 oktober 1932: 4; 19 oktober 1946: 5; 27 mei 1950: 2.

La Métropole, 25 september 1932: 2.

La Nation Belge, 24 september 1932: 3; 1 oktober 1932: 1; 19 oktober 1946: 1.

L’Etoile Belge, 1 oktober 1932: 1, 4.

Le Face à Main, 20, nr. 6 (14 oktober 1944): 3; 23, nr. 18 (3 mei 1947): 4; 24, nr. 41 (9 oktober 1948): 6; 31, nr. 13 (26 maart 1955): 29; 31, nr. 14 (2 april 1955): 8.

Le Peuple, 1 oktober 1932: 1.

Le Soir, 30 mei 1929: 3; 24 september 1932: 3; 1 oktober 1932: 4; 1 december 1932: 2; 22 maart 1955: 1.

Le Vingtième Siècle, 24 september 1932: 3; 1 oktober 1932: 1; 2 oktober 1932: 3.

L’Indépendance Belge, 26 september 1932: 1, 4; 28 september 1932: 1; 1 oktober 1932: 3; 3 oktober 1932: 4, 6; 12 december 1933: 6.

Pourquoi Pas?, 24, nr. 1035 (1 juni 1934): 1255-1257; 29, nr. 1280 (10 februari 1939): 42412, 29, nr. 1293 (12 mei 1939): 1518.

Reinaert, 3, nr. 21 (15 oktober 1932): 15; 5, nr. 15 (23 juni 1934): 15; 5, nr. 21 (27 oktober 1934): 2.

Vers l’Avenir, 24 september 1932: 2; 1 oktober 1932: 1.

Vooruit, 1 oktober 1932: 1.

Sébastien Baudart, ‘Zestien liberalen op drift’, in: Liberas Stories, geraadpleegd 1.7.2024. 

Corentin de Salle en Jimmy Koppen (eds.), Vrijheid en Vooruitgang. 175 jaar liberale partij in België (Antwerpen: Eik Uitgeverij, 2021) 217.

Robert Gillon en Albert Lilar, ‘Rouwhulde aan de nagedachtenis van de heer Octave Dierckx, Senator’, in: Parlementaire Handelingen Senaat, 22 maart 1955.

Herdu, ‘L’aviation civile en Belgique. Nos écoles de pilotage’, in: Hebdo, nr. 44 (7 oktober 1932): 12-13.

Camille Huysmans, ‘Rouwhulde aan de heer Octave Dierckx’, in: Parlementaire Handelingen Kamer van Volksvertegenwoordigers, 22 maart 1955, 573.

‘Knokke - Het Zoute’, in: Inventaris Onroerend Erfgoed, geraadpleegd 11.1.2023.

Danny Lannoy, ‘Merkwaardige gebouwen: De villa Rêve d'enfant’, in: Zwin gevoelstreek, geraadpleegd 11.1.2023. 

Philippe Muylle, Danny Lannoy en Fons Theerens, Compagnie Le Zoute. 100 ans à Knokke (Tielt: Lannoo, 2008).

‘Regering-De Broqueville V (1934-06-12 tot 1934-11-20)’, in: Belelite. Databank van de Belgische regeringen sinds 1831, geraadpleegd 18.1.2023.

Senator Dierckx stort neer bij Kieldrecht’ en ‘Tweede crash van senator Octave Dierckx’, in: luchtvaartgeschiedenis.be, geraadpleegd 11.1.2023. 

Pierre Stéphany, Les années vingt et trente. La vie quotidienne en Belgique entre les deux guerres (Braine-l’Alleud: Editions J.M. Collet, 2000) 84-91.

Paul Van Molle, Het Belgisch parlement 1894-1969 (Gent: Erasmus, 1969) 128, 290.

Jacques Van Offelen, Les libéraux contre Léopold III. Les débats secrets des partisans de l'abdication (Bruxelles: Didier Hatier, 1988) 36-37.

Jan Velaers, Albert I. Koning in tijden van oorlog en crisis 1909-1934 (Tielt: Lannoo, 2009) 786-787.

‘Villa Rêve d’Enfant’, in: Inventaris Onroerend Erfgoed, geraadpleegd 11.1.2023.

1. Het Laatste Nieuws, 26 september 1932: 2.

2. La Dernière Heure, 24 september 1932: 1.

3. Pourquoi Pas?, 24, nr. 1035 (1 juni 1934): 1255-1257.

4. La Dernière Heure, 24 september 1932: 3.

5. La Dernière Heure, 24 september 1932: 3.

6. Het is slechts de tweede keer dat hij deze route in die richting aflegt, daarvoor was hij één keer van Het Zoute naar Evere en terug gevlogen.

7. L’Indépendance Belge, 3 oktober 1932: 6.

8. La Dernière Heure, 3 oktober 1932: 4, L’Indépendance Belge, 3 oktober 1932: 6.

9. La Libre Belgique, 25 september 1932: 2.

10. La Libre Belgique, 25 september 1932: 2.

11. Het Handelsblad van Antwerpen, 27 september 1932: 1.

12. De Volksgazet, 1 oktober 1932: 2.

13. Reinaert, 3, nr. 21 (15 oktober 1932): 15.

14. In L’Indépendance Belge verwerkt journalist A. Matagne de vliegavonturen van Dierckx ook in een breder verhaal van nationale fierheid rond de recente ontwikkelingen in de Belgische militaire en burgerluchtvaart.

15. Reinaert, 13, nr. 15 (23 juni 1934): 207.

16. Camille Huysmans, ‘Rouwhulde aan de heer Octave Dierckx’, in: Parlementaire Handelingen Kamer van Volksvertegenwoordigers, 22 maart 1955, 573.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Sébastien Baudart, "Octave Dierckx, de vliegende senator", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/11/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op