Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.

Deprecated: Function strftime() is deprecated in /data/sites/web/webdoosio/subsites/klanten.webdoos.io/liberas/views/magazineartikel.php on line 13
Uitgelicht

Pragma en de ELD-PVV milieucampagne van 1984

Op 3 juni 1984, ergens rond de middag, zien aandachtige strandgangers in Koksijde een kleine ‘armada’ voor de kust varen. Op kop vaart de Franlis IV, van de gelijknamige rederij. In haar zog volgen enkele kleinere schepen. Plots weerklinkt een luide misthoorn over de grijze golven, en nog één, en nog één, … De schepen maken hun aanwezigheid kenbaar ...

Nathan Lauwers
9 December 2024

Boodschap in een fles, afkomstig van Pragma (1984).

Een uur daarvoor hebben de schepen midden op zee verzamelen geblazen, op het coördinaat 51°09’ en 2°38’.1 Daar vindt een opmerkelijk schouwspel plaats onder het toekijkend oog van enkele journalisten. Flessen met daarin een geheimzinnige boodschap worden te water gelaten. Ook verschillende ballonnen gaan de lucht in.

Wat hield die boodschap in? Geen Crusoe-achtige krabbels, maar een tweetalig pamflet getiteld ‘De PVV-ELD zorgt voor uw leefmilieu’.2 Verder staat dat de PVV werk maakt van de bescherming van het leefmilieu. Samen met de ELD (Europese Liberaal Demokraten) - de liberale fractie in het Europese parlement - ijvert de PVV voor maatregelen tegen de vervuiling van de Noordzee en pleit voor een ‘gezond evenwicht tussen de belangen van de economie, de landbouw, het sociale leven en de vrijheid van de mens’.

Zonderling evenwel is de mededeling: ‘Dit is een boodschap van Pragma, politieke club voor eigentijds liberalisme’.3 Deze club vraagt om wat meer duiding.

Het ontstaan en objectief van Pragma

Pragma ontstaat in 1977 door een groep rond de figuur van Guy Schrans (1937-2018). Deze hoogleraar, advocaat en liberaal volksvertegenwoordiger voor de PVV (1977-78) is de leidende kracht achter het - initieel vooral vanuit Gent gedragen - initiatief.4 Het idee van de club wordt uit het buitenland gehaald met vooral in Engeland en Frankrijk enkele succesvolle voorbeelden. In de begindagen telt Pragma ongeveer zeventig effectieve leden en een dubbel aantal aangesloten leden. De leden van het hoofdbestuur hebben meestal een functie binnen de justitiële en notariële wereld. In 1989 is er sprake van 215 leden met drie kernen in Kortrijk, Gent en Limburg.5 Op termijn ontstaan er dus verschillende regionale afdelingen, waarbij vooral de Limburgse afdeling opvalt in haar engagement.6 De eerste voorzitter is Guy Schrans, met Willy De Clercq (1927-2011) als erevoorzitter. Schrans leidt de club ongeveer zes jaar en geeft dan de fakkel door aan Louis Bril (°1939), ondernemer en PVV-volksvertegenwoordiger (1981-1995).7

Pragma wil een discussieforum zijn voor ideeën rond een ‘eigentijds liberalisme’. Bij Schrans en andere stichtende leden leeft namelijk het idee dat het liberalisme op dat moment geen antwoord meer biedt op actuele vraagstukken. Er wordt gesteld dat het liberalisme geen versteende ideologie mag zijn. Het doel is dan ook om via actieve en geëngageerde leden het liberalisme een nieuw elan te geven. Pragma wil zich daarbij niet direct associëren met de PVV - als vertegenwoordiger van het partijpolitieke liberalisme in Vlaanderen - maar wil fungeren als een toeleverancier van ideeën en ideologische onderbouw.8 Het wil ook vooral geen concurrerend electoraal project zijn voor de PVV, iets wat duidelijk te kennen wordt gegeven aan de liberale partijtop. Bij de keuze omtrent de naam van de discussieclub wordt daarom afstand genomen van expliciete referenties naar het liberalisme. Tussen de namen die de ronde doen - ‘Denken-Doen’, ‘De Nieuwe Toekomst’, ‘Parnassus’ en ‘Pragma’ - wordt uiteindelijk voor Pragma gekozen: ‘een Grieks woord dat zowel staatszaken als iets dat men onderneemt, een plan betekent’.

Tijdens de oprichtingsvergaderingen wordt duidelijk gestipuleerd dat Pragma niet enkel een theoretische oefening of ideeëntrommel mag zijn. Het moet ernaar streven om deze ideeën ook zeer concreet te vertalen in maatschappelijke toepassingen: een liberalisme van actie. De niet-geselecteerde naam ‘Denken-Doen’ capteert eigenlijk deze visie.9 In de schoot van Pragma ontstaan verschillende werkgroepen die het algemene objectief moeten onderstutten.10 Zo staat de werkgroep ‘animatie’ in voor de organisatie van informatiecyclussen en openbare voordrachten. De werkgroep ‘communicatie’ richt zich dan weer op de uitgave van het maandblad Pragmagazine. Met de werkgroep ‘service’ wordt vooral de focus gelegd op ondersteuning van de PVV en aanverwante verenigingen.

Ten slotte is er de werkgroep ‘doctrine’ - waarvan ook Annemie Neyts een tijdlang voorzitster is - die instaat voor het faciliteren van intellectuele discussies onder de leden. Hieruit moet dan weer de intellectuele onderbouw geleverd worden voor een vernieuwde liberale stroming in België. Een belangrijke bijdrage wordt bij aanvang geleverd door Schrans, die door de Standaard Uitgeverij wordt gevraagd om een werk over liberalisme te publiceren.11 Schrans besluit om dit werk, getiteld Een politieke identiteit voor liberalen, onder de naam van Pragma te publiceren. Het wordt het ideologische handvest - door sommigen ook wel de ‘blauwe bijbel’ genoemd - van Pragma.12 Leden moeten de kernideeën ervan onderschrijven.

In dit werk geeft Schrans een theoretische bespiegeling van zijn liberale mens- en maatschappijvisie.13 Die wordt gekarakteriseerd door een sterke sociale bewogenheid. Het concept solidariteit staat centraal: ‘de maatschappij en alles in de maatschappelijke ordening moet ten dienste staan voor de ontplooiing van de mens’.14 Het is een liberalisme dat de nadruk legt op menselijke solidariteit als een recht en een plicht. Het is een ontplooiingsliberalisme waarbij zowel de maatschappij als het individu op hun verantwoordelijkheid wordt gewezen. Ook voor de overheid is een belangrijke rol weggelegd. De Staat moet namelijk een voldoende ‘sterk gezag’ bezitten om de vrijheden van allen te verwezenlijken en te beschermen. Pragma positioneert zich daarbij - alhoewel niet nadrukkelijk - tegenover de opkomende ideeën van de zogenaamde Chicago School of Economics, die binnen de PVV ingang vinden. Binnen deze stroming wordt het liberalisme vooral gedefinieerd volgens een economisch denkkader dat het vrijemarktprincipe centraal stelt.

Het liberalisme dat Pragma daarentegen probeert uit te dragen is multidimensionaal. Het is een maatschappijvisie die, volgens Schrans, rekening wil houden met alle behoeften van de mens in zijn grote verscheidenheid. Pragma spreekt zich uit tegen een collectivistisch staatspaternalisme, maar ook tegen een laissez faire, laissez passer. Het liberalisme wordt voorgesteld als een allesomvattende maatschappijvisie met menselijke solidariteit als een grondbeginsel. Pragma uit tussen de lijnen kritiek op een liberalisme dat louter de individuele vrijheid verdedigt, en weinig oog heeft voor gelijke kansen op zelfrealisatie. De liberale doctrine is daarbij dikwijls vereenzelvigd met de middelen. Zo stelt Pragma dat de middelen een doel op zich zijn geworden.15 Als voorbeelden van ‘middelen’ worden vrijemarktmechanismen en overheidsinterventies aangehaald. Als politieke club ijvert Pragma hierin voor een - jawel - pragmatische houding.

De eerste jaren van Pragma staan vooral in het teken van een praktische vertaling van het ideologische handvest. Pragma wil haar doctrine, gestoeld op een reformistisch en pragmatisch denkkader, binnen en buiten de PVV verspreiden. Er worden hiervoor verschillende ideeën geopperd: het vertalen van de ideeën in een kortfilm, weerklank vinden in de media door in te spelen op actuele vraagstukken, vertalingen van het Pragma-boek en het populariseren door spreekbeurten.16 Het belangrijkste blijft evenwel het aantrekken van Pragma-leden: ‘In de politiek volstaat het niet meer over goede ideeën te beschikken. Deze ideeën moeten door velen gedragen en uitgedragen worden’.17 De doelstelling die men zichzelf stelt, is duizend leden tegen 1979. Het is een streefcijfer dat niet gehaald wordt en in de jaren 1980 kampt Pragma met wisselende ledenaantallen. Het engagement in bepaalde kernen of werkgroepen laat het soms afweten en ook de publicatie van Pragmagazine loopt niet rimpelloos: een tekort aan bijdragen resulteert in een onregelmatige verschijning.18 Pragma slaagt er moeilijk in om een breed publiek aan te spreken: lezingen of andere activiteiten trekken bij momenten weinig volk. Het concept blijft al bij al zeer theoretisch en klassiek opgezet via debatavonden, studieweekends, colloquia, en lezingen. Ook het Pragmagazine, dat enkel voor leden is bedoeld, wordt niet op een populariserende manier geschreven. Onder het voorzitterschap van Bril wordt daarom getracht om de politieke club een nieuw elan te geven. De milieuactie van 1984 past binnen de zoektocht naar publiciteit. Het thema duikt evenwel niet volledig uit het niets op.

Karel Poma benadert als staatssecretaris het leefmilieu vanuit een wetenschappelijke visie.

De milieuproblematiek en de PVV

Vanaf de jaren 1970 is er een verhoogd maatschappelijk bewustzijn voor milieuproblematieken. Het rapport Grenzen aan de Groei van de Club van Rome (1972) levert hieraan een belangrijke bijdrage. Dit rapport onderstreept de eindigheid van natuurlijke grondstoffen in relatie met een exponentiële economische groei. Op lokaal niveau leidt vooral de verontreiniging van de directe leefomgeving tot mobilisaties en de oprichting van regionale actiecomités. Ook op politiek niveau is er steeds meer aandacht voor het thema. De PVV is, vooral onder de stuwende kracht van Karel Poma (1920-2014), een belangrijke stem in het politieke debat. Poma zet als eerste staatssecretaris voor Leefmilieu in België (1974-1977) de krijtlijnen uit voor het milieubeleid. Zoals beschreven in een eerder artikel heeft hij een zeer ambitieuze visie, wars van alle ideologische belemmeringen.19 Poma behandelt het milieuvraagstuk vanuit een puur wetenschappelijke benadering. Vanuit dit perspectief wordt er een duidelijk regulerend kader voor ogen gehouden, waarbij de overheid de randvoorwaarden moet creëren voor de bescherming van het milieu.20 Met een pleidooi voor verbodsbepalingen, normering en milieudoelstellingen wordt de basis gelegd voor het Vlaamse milieubeleid in de komende decennia.

Deze wetenschappelijke benadering heeft ook een weerslag binnen de PVV. Zo wordt in 1976 een interne permanente commissie voor het Leefmilieu opgericht. De groep wordt samengesteld uit parlementsleden die werken rond deze thematiek en aangevuld met deskundigen. Illustratief is dat het voorzitterschap wordt aangeboden aan Rudi Verheyen (1938-2014), die op dat moment kabinetschef is van Poma.21 Ook Verheyen heeft een doctoraat in de biologie en zet met Poma de krijtlijnen uit van het Vlaamse natuur- en milieubeleid. Hij werpt zich na het staatsecretariaat van Poma volledig op het wetenschappelijk onderzoek en heeft een belangrijke impact op tal van milieubeleidsdomeinen.

Vanaf het begin van de jaren 1980 is er echter een verandering merkbaar in de houding van de PVV tegenover de milieuproblematiek. Binnen de partij duiken er in ieder geval meer diverse stemmen op die er een andere visie op nahouden. Het is dan ook een periode waarin de milieukwestie een groeiende politisering kent. De wetenschappelijke of gedepolitiseerde benadering van Poma raakt in diskrediet. Een eerste belangrijke reden hiervoor is de politieke manifestatie van het ecologisme - vertegenwoordigd in de partij Agalev - wat leidt tot een herpositionering van de traditionele partijen. De radicale systeemverandering die door het politiek ecologisme wordt bepleit, roept weerstand op.22

Een tweede belangrijk element is dat de PVV ideologisch ook een andere koers begint te varen, waarbij deregulering en privatisering van de publieke sfeer centraal komen te staan. Ook de kritiek op de groeigedachte door de Club van Rome wordt steeds meer weggezet als een onheilsprofetie, die wordt ingehaald door technologische evoluties. Illustratief voor deze trendbreuk in ideeën is het milieucongres van 1983.

In 1983 houdt de PVV een congres, onder voorzitterschap van Patrick Dewael, met als onderwerp ‘een vrije en milieubewuste samenleving’.23 De discussietekst die aan de congressisten wordt aangeboden stelt het principe van individuele milieurechten centraal. Tijdens het inleidend betoog van het congres hangt professor Boudewijn Bouckaert een kritisch beeld op van het toenmalige milieubeleid als een  wildgroei aan reglementering van kwaliteitsnormen, lozingsnormen tot urbanisatievoorschriften.24 De overkoepelende thematiek, verwoord in de discussietekst, is de notie van een sluimerende collectivisering. Er wordt een duidelijke dichotomie gecreëerd tussen overheidsinterventionisme en liberalisme.  Er wordt gesteld dat de verantwoordelijkheid voor het milieubeheer niet bij de overheid kan worden gelegd want er zijn te veel blinde vlekken om een goed beleid te voeren. Als alternatief wordt duidelijk gekeken naar een zekere vorm van zelfregulatie via het marktproces. De kern van het voorstel is gebaseerd op de zogenaamde stelling van Coase, toegeschreven aan de Britse econoom Ronald Coase (1910-2013). Door individuen milieurechten toe te kennen, moeten ze zelf in onderhandeling treden over de hun toegekende milieugoederen. De vervuiler moet daarbij betalen aan de vervuilde. De tekst schetst het voorbeeld van een theoretisch bedrijf dat de lucht in een bepaalde omgeving vervuilt. De burgers in die omgeving, eventueel verenigd in een actiecomité, kunnen vervolgens met de vervuiler in onderhandeling treden. Het is volgens de tekst de meest efficiënte benadering, omdat indien de milieukost (kost van de vervuiling) de pollutiebestrijdingskost (preventie) overstijgt, een bedrijf voor de laatste optie zal kiezen. Het is een radicaal voorstel voor deregulering, waarbij de kost van milieugoederen wordt onderhandeld tussen individuen.25

Er komen veel amendementen op de resoluties, maar vooral de houding van de arrondissementsfederatie Antwerpen is opmerkelijk.26 De Antwerpse afdeling heeft een totaal andere kijk op het milieubeleid en verdedigt duidelijk de visie van Poma. In plaats van enkele amendementen presenteert ze een volledige alternatieve congrestekst.27 De kritiek op de discussietekst is niet mals, met referenties naar verkeerde uitgangspunten en aannames door onwetendheid. Niet economische marktbeginselen worden vooropgesteld, maar een wetenschappelijk ecologisch fundament. Volgens de Antwerpse afdeling is dit de enige basis waarop aan milieubeheer kan worden gedaan. Centraal staat het idee dat alle burgers moeten worden beschermd tegen alle vormen van verontreiniging. Het idee dat de milieuschade via een onderhandelingsproces kan worden berekend, wordt als zeer naïef beschouwd. Zo wordt gewezen op de ongelijke onderhandelingsmacht tussen de verschillende partijen. Daarnaast wordt aangehaald dat de milieuschade enkel door experten kan worden vastgesteld. Tegenover het idee van individuele milieurechten wordt een kader van kwaliteitsnormen bepleit dat aan alle burgers en bedrijven juridische zekerheid geeft. De milieukosten zelf moeten in het productieproces worden ingerekend. De Antwerpse afdeling laakt de demagogische stellingname in het milieudebat.

Het congres komt niet met een duidelijke conclusie of synthesetekst. De krant De Morgen stelt hierover: ‘Het eigenlijke kongresthema, de milieuproblemen, was ongetwijfeld het minst belangrijke onderwerp dat in de driedaagse maraton werd aangesneden’.28 De pers heeft trouwens meer aandacht voor een mogelijk twistpunt binnen de regering, zijnde de sociale zekerheid.29

Het is echter duidelijk dat het milieuthema steeds meer gepolariseerd raakt - ook binnen de PVV. De wetenschappelijke of apolitieke benadering maakt plaats voor ideologische discussies. Binnen de PVV treden vooral discussies rond ‘staatsinmenging’ op milieuvlak op de voorgrond. Toch ‘ontsnapt’ de milieuthematiek in zekere zin aan deze politisering, omdat de Europese Unie (EU) als supranationale actor steeds meer het voortouw neemt.30 Vanaf de jaren 1990 bepaalt de EU - onder meer via richtlijnen - het beleid van de nationale lidstaten.

Milieu: een Europees beleidsdomein

Milieubeleid is reeds vanaf het ontstaan van het Europese project een belangrijke thematiek. De problematiek wordt door beleidsmakers duidelijk als grensoverschrijdend aangezien. In eerste instantie wordt het onderwerp vooral in de context van de economische integratie behandeld.31 Toch roept de Europese Raad 1970 uit tot het Europees jaar voor Natuurbescherming. In 1972 roept de Raad op om werk te maken van een actieprogramma voor het behoud en de verbetering van het milieu. Het gaat daarbij vooral om de bestrijding van lucht-, bodem- en waterverontreiniging.

Er bestaat op dit moment een duidelijke, politieke consensus over het supranationale karakter van milieu als beleidsdomein. Zo roept het Europese verkiezingsprogramma van ELD in 1977 op tot een gemeenschappelijk milieubeleid. Een gezond leefmilieu wordt gedefinieerd als essentieel voor de menselijke ontplooiing en vrijheid. Ook hier zien we een echo naar de ideeën van de Club van Rome: ‘Ons economisch denkproces moet bij zijn verdere ontwikkeling rekening houden met de sociale en ecologische aspecten. Groei mag nooit een doel op zichzelf vormen’.32 Het is een element dat in het volgende kiesprogramma niet meer opduikt. Het programma blijft redelijk vaag over hoe het gemeenschappelijk milieubeleid vorm moet krijgen. Zo is er geen concreet voorstel rond minimale kwaliteitsnormen (Poma), maar spreekt het zich wel uit over gemeenschappelijke goedkeuringsregels voor grote infrastructuurprojecten met een grensoverschrijdend karakter. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op sensibilisering bij de bevolking. Ook wordt een oproep gedaan om ontwikkelingslanden te begeleiden in een evenwichtig groeipad.

In het ELD-verkiezingsprogramma van 1984 duiken enkele accenten op van de hierboven beschreven mentaliteitswijziging. De interne liberale verdeeldheid rond de milieuproblematiek wordt door de Nederlander Laurens Brinkhorst (D66) ook aangehaald op een studieweekend van Pragma.33 De premisse van het Rapport van Rome met betrekking tot de groeigedachte wordt duidelijk aan de kant geschoven. Het ELD-programma pleit om evenwicht te creëren tussen een optimale bescherming van de ‘consument’ en de technische of economische mogelijkheden van de producent.34 Er wordt gewaarschuwd dat deze doelstelling niet eenvoudig kan worden verwezenlijkt door voorschriften uit te schrijven. Ook hier zien we het concept van zelfregulatie opduiken. Ondanks deze kanttekening blijft het programma van de Europese liberalen gebeiteld in de principes van milieubeheer die ook door Poma worden vooropgezet. Zo wordt de nadruk gelegd op milieueducatie, het aanpakken van water-, lucht- en bodemverontreiniging op Europese schaal en het vastleggen van Europese minimumnormen. Het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ wordt centraal gesteld. Opnieuw wordt onderstreept dat de Europese Gemeenschap het voortouw moet nemen in deze problematiek.

De Pragma-campagne: in de lucht, op het strand en in het water

De Pragma-milieucampagne op zee komt dus niet volledig uit de lucht gevallen. Zoals hierboven geschetst, is milieu op alle niveaus een thema dat de geesten beroert, ook binnen de liberale partijen. Reeds in 1978 wijdt Schrans trouwens verschillende passages in zijn handvest aan de problematiek. Het milieu wordt geïdentificeerd als ‘een gemeenschappelijk erfgoed, een vitaal bestanddeel van ons welzijn voor nu en latere geslachten’.35 Schrans stelt dat alle milieuverstorende processen moeten worden verhinderd om het ecosysteem te handhaven en te herstellen. Essentieel in het Pragma-handvest is een zekere kritiek op de consumptiemaatschappij en het adagium van ongebreidelde economische groei ten koste van andere menselijke behoeften, zoals welzijn en een gezond leefmilieu. Het wordt samengevat in een samenlevingsvisie die luidt: ‘beter boven meer, inhoud boven omvang, kwaliteit boven kwantiteit’.36 Schrans pleit voor een ander soort groeipad, geschraagd op het sociaal-liberalisme.37 Het toont de bredere reikwijdte van de centrale ideeën, verwoord in het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome (1972). Ook Schrans benadrukt de belangrijke rol die door de Europese Gemeenschap gespeeld moet worden.

Op basis van deze consensus rond een Europese aanpak doet Pragma in 1984 een projectvoorstel aan ELD rond het thema milieu. De doelstelling is drieledig: allereerst aantonen dat het milieu niet enkel een thema is van de ‘Groenen’, maar ook door de liberalen hoog in het vaandel wordt gedragen. Ten tweede wil men Pragma duidelijk in de kijker zetten. Als laatste wil men de bevolking sensibiliseren voor de Europese verkiezingen. Het projectvoorstel is enigszins atypisch voor Pragma. De politieke club sluit zich zodoende aan bij de electorale campagne van de PVV voor de Europese verkiezingen van 1984 met de duidelijke boodschap: ‘stem voor een Europees milieubeleid. Stem PVV-ELD’.38 De uitnodiging voor de actie wordt medeondertekend door PVV-voorzitter Guy Verhofstadt, terwijl Karel De Gucht als Europees lijsttrekker ook een zichtbare rol opneemt.

Schrans is in ieder geval niet opgezet met de campagne op zee. Hij stuurt een kattenbelletje naar Louis Bril, zijn opvolger als voorzitter, met de boodschap uiterst teleurgesteld te zijn. Voor hem is er te weinig afstand bewaard met de PVV. Hij stelt de retorische vraag: ‘Zijn wij dan een gewone PVV-afdeling geworden? Daaraan doe ik niet mee’.39

De actie wordt op papier desalniettemin groots opgezet met een boottocht ‘als een symbolische kruistocht tegen milieuvervuiling’, de uitnodiging van nationale en internationale prominenten, het massaal oplaten van duiven en ballonnen, het te water laten van duizenden flessen met een milieuboodschap, een ballonvaart, een parachutesprong, een vliegtuig met spandoek, een ‘blauwe’ strandhappening omkaderd door verschillende fanfares, en als afsluiter een Bruegeltafel. Maar het Belgische weer speelt de groots opgezette actie parten. Het beperkt aantal aanwezigen moet regelmatig een schuilplaats zoeken tegen de regen. Ook de parachutisten en het vliegtuig met spandoek moeten hun acties door wind en regen afblazen. Het houdt Bril, De Gucht en Verhofstadt niet tegen om dapper plaats te nemen in de luchtballon, die even een twintigtal meter boven het strand zweeft. Gelukkig is er na de verwaterde strandhappening nog een maaltijd voorzien in Koksijde, waar nog eens wordt herhaald dat milieu niet het monopolie is van de ‘groenen’. Het persbeeld dat blijft hangen, is echter vooral dat van een natte zomerdag aan de kust.40

Naast de symbolische actie heeft Pragma ook aandacht voor het inhoudelijke met een themanummer van Pragmagazine over het milieu.41 Verschillende personen binnen de PVV, zoals Karel De Gucht, Herman De Croo, Louis Bril en Annemie Neyts, worden gevraagd of milieu op Europees niveau moet worden behandeld. Opnieuw wordt hier de consensus bevestigd, maar op welke manier de Europese Gemeenschap aan milieubeheer moet doen, blijkt minder duidelijk. In de inleiding wordt een voorstel uitgewerkt dat duidelijk op het ideologisch handvest van Pragma is gestoeld. Het spreekt van een realistisch programma dat gekoppeld wordt aan een breder sociaaleconomisch beleid. Opnieuw komt de stelregel naar voren dat middelen en doelen niet met elkaar verward mogen worden: overheidsinmenging op een ideologische basis uitsluiten, is niet de weg vooruit. Pragma onderstreept: ‘Een regulerende tussenkomst van de overheid blijft vereist om bevrediging van deze levensnoodzakelijke behoefte te verzekeren’. Milieuvervuiling is een extern effect dat onvoldoende door de vrije markt wordt gereguleerd. De reikwijdte van de overheidstussenkomst is volgens Pragma het enige element binnen de milieuproblematiek waarover discussie kan bestaan.

In navolging van haar leidmotief formuleert Pragma een pragmatisch voorstel dat naar een evenwicht streeft tussen de werking van de markt en overheidsinterventie. In de praktijk pleit men voor een prijsbeleid waarbij de overheid de waarde van de milieugoederen in een bepaalde prijs uitdrukt en doorrekent in de kostprijs van het product aan de verbruiker. Het principe van ‘de vervuiler betaalt’ staat centraal, waarbij zowel naar de productie- als consumptiezijde wordt gekeken. De belasting op milieuvervuiling kan door bedrijven worden omgezet in uitgaven voor milieuvriendelijke innovaties.

In het Pragma-voorstel is er geen sprake van normering of verbodsbepalingen. Het is een pleidooi voor een beperkte reglementering, die wordt beschreven als een ‘pragmatische oplossing om milieu binnen het systeem van de vrijemarkteconomie te beschermen en te behouden’.42 Het is een voorstel dat steeds meer in wetgeving wordt omgezet: een voorbeeld zijn de Europese uitstootrechten, die vanaf 2027 ook voor consumenten zullen gelden.

Opmerkelijk is dat Bril, als voorzitter van Pragma,  een inhoudelijk ander voorstel propageert in het themanummer: hij neemt de voorstellen uit de discussietekst van het PVV-milieucongres over. Hij pleit dus voor individuele milieurechten. De overheid krijgt een louter adviserende rol om overregulering tegen te gaan. Ook het voorstel om een juridisch systeem uit te bouwen voor overleg tussen vervuiler en vervuilde komt bovendrijven. De Gucht pleit als Europees lijststrekker dan weer voor het vastleggen van een stevige basis. Hij houdt een pleidooi voor minimumnormen en de uitbouw van een duidelijk rechtssysteem om vervuiling aan te pakken. Het toont opnieuw aan dat de wetenschappelijke consensus rond de milieuaanpak onder druk komt te staan. De politisering is ergens logisch, aangezien er duidelijke beleidskeuzes moeten worden gemaakt. De kritiek op de groeigedachte wordt losgelaten. Toch blijft het interessant om op te merken dat een begrenzing van de economische groei wel degelijk voorwerp van debat is in de jaren 1970.43 Dit zien we bijvoorbeeld terugkomen in het Pragma-handvest, maar ook in de nota van Poma voor een nieuw energiebeleid uit hetzelfde jaar en in de eerste Europese verkiezingsmanifesten van ELD.44 De ecologische bezorgdheid is ook binnen de liberale beweging op dat moment breed gedragen.

Op het Europese niveau wordt er de volgende jaren verder getimmerd aan een gemeenschappelijk milieubeleid met een mix van regulering en prijsbeleid. Ook Pragma blijft in de daaropvolgende jaren het milieuthema ter harte nemen, met onder meer lezingen door professor Van Miegroet (1922-2011) over bosbeheer en natuurbescherming.45 Tijdens de vieringen rond 10 jaar Pragma staat het thema als een belangrijk ‘liberaal probleem’ ook op de agenda.

Bronnen, noten en/of referenties

1. Liberas, Archief Pragma (archief nr. 14), 88, Dossier met betrekking tot de verkiezingscampagne van ELD-VV voor de Europese verkiezingen. 

2. Liberas, Archief Pragma, 88, Boodschap voor de actie ‘internationale manifestatie op zee, in de lucht, aan land voor een beter milieubeheer’. 

3. Ibidem. 

4. Liberas, Archief Pragma, 1-5, Vertrouwelijk memorandum over de oprichting van een politieke club te Gent, 1976. 

5. Liberas, Archief Pragma, 92-95, Verslag van de vergadering van de raad van beheer, 20 mei 1989.

6. Zie: Liberas, Archief Pragma Limburg (archief nr. 514).

7. 'Gesprek met een nieuw voorzitter’, in: Pragmagazine, 2 (1983): 1. 

8. Liberas, Archief Pragma, 6, Actieprogramma van Pragma, 1978.

9. In 1979 richt Pragma ook de vzw Iederling op, die ontstaat uit de werkgroep Welzijnszorg. De taak van de vzw was de ondersteuning van pluralistisch ingestelde verenigingen voor sociaal dienstbetoon.

10. Liberas, Archief Pragma, 1-5, Vertrouwelijk memorandum over de oprichting van een politieke club te Gent, 1976.

11. Liberas, Archief Pragma, 1, Oprichting en statuten, 1978.

12. In 1989 is er sprake van een heruitgave met hernieuwde voorstellen. Liberas, Archief Pragma, Verslag van de vergadering van 23 mei 1989.

13. Pragma, Een politieke identiteit voor liberalen (Antwerpen: Standaard Uitgeverij, 1978). 

14. Ibidem, 22.

15. Liberas, Archief Pragma, 2, Guy Schrans: Pragma en het creatief civisme, 1983.

16. Liberas, Archief Pragma, 6, Actieprogramma voor Pragma, 26 augustus 1978. 

17. Ibidem. 

18. Liberas, Archief Pragma, Verslag van de vergadering van de raad van beheer, 15 mei 1987. 

19. Nathan Lauwers, "Karel Poma: kruisvaarder voor het milieu", in: Liberas Stories, laatst gewijzigd 12/09/2024.

20. Liberas, Archief Lucienne Herman-Michielsens (archief nr. 42), 5.33.1. ‘Milieu en burger’, 1986.

21. Liberas, PVV-archief, Commissie Leefmilieu (1976), Brief Frans Grootjans aan Rudi Verheyen, 18 juni 1976.

22. Emilie van Haute, Green parties in Europe (Londen: Routledge: 2016). 

23. Liberas, Archiefcollectie kernteksten van de liberale partijen (archief nr. 1957), 694, Profiel van een vrije en milieubewuste samenleving. Discussietekst, 25, 26 en 27 november 1983.

24. ‘Congres over milieubewuste samenleving’, in: Het Volk, 28 november 1983.

25. Liberas, Archiefcollectie kernteksten van de liberale partijen (archief nr. 1957), 694, Profiel van een vrije en milieubewuste samenleving. Discussietekst, 25, 26 en 27 november 1983.

26. De theoretische opmaak van de discussietekst leidt ertoe dat verschillende federaties en congresleden aan het partijsecretariaat laten weten dat het onmogelijk is om punctuele amendementen in te dienen.

27. Liberas, Archief Liberale Partij/PVV Arrondissementsfederatie Antwerpen (archief nr. 1349), 1083, Discussietekst ‘Profiel van een vrije en milieubewuste samenleving’, 1983. 

28. ‘Ideologische kruistocht. Wazigheid blijft troef op PVV-kongres in Genk’, in: De Morgen, 28 november 1983.

29. ‘PVV voelt zich goed in deze regering. Wil S.Z.-conflict niet op de spits drijven’, in: Het Belang van Limburg, 28 november 1983. 

30. Sebastien Oberthür en Claire Roche Kelly., ‘EU Leaderschip in international climate policy: achievements and challenges’, in: The international Spectator, 43 (2008): 35-50.

31. Deters, H., ‘European environmental policy at 50: five decades of escaping decision traps?’, in: Environmental Policy and Governance, 29 (2019): 313-394. 

32. Federatie van liberale en democratische partijen van de Europese Gemeenschap, Ontwerp-verkiezingsprogramma (17 april 1977) 49. 

33. Liberas, Archief Pragma, 11, Dossier Werkgroep Animatie (1977-1979). 

34. ELD, Conceptprogramma: Voor een liberaal en democratisch Europa 1984-1989 (1983) 31-32.

35. Ibidem, 53.

36. Ibidem, 54.

37. Ibidem, 74-79.

38. Liberas, Archief Pragma, 82, Ontwerp voor een ‘Internationale manifestatie op zee, in de lucht, aan land, voor een beter milieubeheer’, 1984. 

39. Liberas, Archief Pragma, 82, Brief aan de voorzitter en secretaris van Pragma, 28 mei 1984. 

40. Liberas, Archief Pragma, 82, Bundeling van reacties uit de pers, 1984. 

41. ‘Voor een beter leefmilieu’, in: Pragmagazine, 3 (1984).

42. Ibidem.

43. Het is een beeld dat botst met de analyse van Geert Buelens in zijn werk ‘Wat we toen al wisten’. Geert Buelens, Wat we toen al wisten. De vergeten groene geschiedenis van 1972 (Amsterdam: Querido, 2022) 154. 

44. Liberas, Archief Lucienne Herman-Michielsens (archief nr. 42) 5.16.1. ‘Nota over een nieuw energiebeleid. Een PVV-standpunt door Karel Poma’, 1979.

45. Liberas, Archief Pragma, 60, Verslag van de vergadering van de raad van beheer, 15 september 1987. 

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Nathan Lauwers, "Pragma en de ELD-PVV milieucampagne van 1984", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/01/2025.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op