Slechts twee maanden na de Sokol-feesten, slaat het noodlot toe. Op 30 september 1938 tekenen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, nazi-Duitsland en Italië het Verdrag van München. Dit akkoord regelt de annexatie van het Sudetenland door Duitsland in ruil voor een wankele vrede. Tsjechoslowakije wordt voor voldongen feiten gesteld.
De feiten laten ook Vanderpoorten niet onberoerd. Hij schrijft in oktober twee artikels waarin hij zijn medeleven betuigt voor de Tsjechoslowaken. In zijn eerste artikel Na de tragische offerande… zitten de Sokol-feesten nog duidelijk vers in het geheugen. Meermaals contrasteert hij de Sokol-beweging die de verschillende nationaliteiten binnen Tsjechoslowakije verenigt, tegenover het nationalisme dat overal in Europa de kop opsteekt:
‘De Menschen laten zich liever in stukken hakken dan hun vrijheid op te offeren. Het is anders geloopen. Zij hebben het volksvreemde afgeschud en zijn dieper gaan doordringen tot hun eigen wezenheid. Zij hebben zich zelf gelouterd in den barnenden smeltkroes der vrijwillig aanvaarde zuivering. Zij hebben kalm en waardig, als het Sokols past de militaire aanlokking tot strijd en verwoesting verdrongen en hebben den hoogburgerlijken plicht van vredestichters begrepen en volbracht’.10