Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
Maurice Lemonnier
Maurice Lemonnier, Bergen, 12.1.1860 – Brussel, 12.9.1930
Doctor in de rechten, advocaat, burgerlijk mijningenieur; gemeenteraadslid (1890-1895, 1899-1930), schepen (1905-1930) en waarnemend burgemeester (1914-1917, 1918) van Brussel, volksvertegenwoordiger (1892-1894, 1902-1930), ondervoorzitter van de Kamer (1928-1930).
Charles-Jean-Maurice Lemonnier studeert af als ingenieur en behaalt een rechtendiploma aan de ULB. Tussen 1881 en 1886 werkt hij als ingenieur bij de Belgische Spoorwegen. Hij wordt verkozen als gemeenteraadslid van Brussel in 1890. In 1895 verdwijnt hij uit de gemeenteraad, maar hij keert terug in 1899. In 1905 wordt hij er schepen van Openbare Werken, een ambt dat hij uitoefent tot aan zijn overlijden. Hij is van 1892 tot 1894 en van 1902 tot aan zijn overlijden volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brussel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Lemonnier wordt in september 1914 waarnemend burgemeester nadat burgemeester Adolphe Max gearresteerd wordt. Net als Max volgt Lemonnier verschillende maatregelen van de bezetter niet op, zoals een belasting op gevluchte burgers en de deportatie van werklozen naar Duitse fabrieken. Lemonnier wordt in 1917 op zijn beurt gearresteerd en gedeporteerd. Hij wordt vervangen door Louis Steens als tijdelijke burgemeester. Na zijn vrijlating wordt hij op 25 oktober 1918 opnieuw waarnemend burgemeester tot aan de triomfantelijke terugkeer van Max op 17 november 1918. De gemeenteraad besluit in 1918 om de Henegouwenlaan om te dopen tot de Maurice Lemonnierlaan.
In 1921 verwerft hij de titel van baron. Hij wordt door zijn collega's verkozen tot voorzitter van de liberale fractie in de Kamer en in 1928 wordt hij ondervoorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.